Uitgangspunt bij betalingsverkeer van de advocaat is dat geldstromen giraal verlopen. Wanneer zijn contante betalingen toegestaan?
Aldert van der Bent en Patrick Slob1
Al in 1995 heeft de Orde met de Bruyninckx-richtlijnen2 (mede) op het punt van betalingen regels voorgeschreven. Deze behelsden dat de advocaat geen betalingen per kas mocht verrichten of aanvaarden van bedragen hoger dan 25.000 gulden en dat betaling van declaraties volledig giraal moest geschieden. Doel was (en is) te voorkomen dat advocaten betrokken kunnen raken bij criminele activiteiten en om een bewustwording te creëren die bijdraagt aan de integriteit van de beroepsgroep.
Per 1 juli 2009 is het enigszins vrijblijvende karakter van de richtlijnen verlaten. Art. 10 van de toen in werking getreden Verordening op de administratie en de financiële integriteit (Vafi) bevat een striktere ‘nee, tenzij…’-bepaling. Contante betalingen zijn in het geheel niet toegestaan (lid 1), tenzij zich feiten of omstandigheden voordoen die dat rechtvaardigen (lid 2), maar dan in beginsel niet voor een hoger bedrag dan (sinds 1 januari 2014) 5.000 euro (lid 3). Een volledige beperking van contant betalingsverkeer werd onwenselijk en onmogelijk geacht.3 Of zich een uitzonderingssituatie voordoet, is ter vrije beoordeling van de betreffende advocaat.
De raad van discipline Arnhem-Leeuwarden zag zich na een dekenklacht voor de vraag gesteld of het accepteren van auto’s als betaalmiddel toelaatbaar was.4 De advocaat had de auto’s verkocht voor 40.000 respectievelijk 15.000 euro ter voldoening van openstaande declaraties. De raad leidde uit art. 10 Vafi in samenhang met Gedragsregel 28 af dat betaling in natura van declaraties niet geoorloofd is. Zelfs als dat anders zou zijn, was een dekenoverleg op zijn plaats geweest. Omdat de raad opzet uitsloot, werd enkel een waarschuwing opgelegd.
Bij contante betalingen van meer dan 5.000 euro moet ingevolge art. 10 lid 3 Vafi voorafgaand aan de betaling overleg worden gevoerd met de deken, tenzij dit redelijkerwijs onmogelijk is. In dat laatste geval zal wel zo spoedig mogelijk na betaling alsnog overleg moeten plaatsvinden. De grens van 5.000 euro ziet op zowel betaling ineens als op afzonderlijke betalingen ten behoeve van dezelfde cliënt over een periode van (hoogstens) één jaar. Het opknippen van betalingen ontslaat een advocaat derhalve niet van zijn plicht tot overleg.
Het overleg dwingt de advocaat eerst en vooral tot een (nieuwe) gedegen afweging en toetsing van de feiten en omstandigheden, maar behelst geen verzoek tot toestemming.5 De deken kan evenwel adviseren hoe de advocaat in de concrete situatie moet handelen, maar het staat de advocaat vrij een advies naast zich neer te leggen. De eigen (tuchtrechtelijke) verantwoordelijkheid en beroepsmatige integriteit van de advocaat staan te allen tijde voorop. Het zal (mede) in dat licht niet verwonderen dat uit inlichtingen van acht lokale dekens6 blijkt dat geen van hen ambtshalve nagaat of een verstrekt advies is opgevolgd.7 Wel stellen de meeste dekens een tuchtklacht in het vooruitzicht, ingeval zij handelen in strijd met het advies constateren. Tot dusver moet de problematiek rondom contante betalingen niet worden overschat. Bij de geconsulteerde dekens is het aantal jaarlijkse overlegverzoeken op één hand te tellen, terwijl in totaal drie klachten afkomstig van slechts twee dekens werden ingediend.
Naast de overlegplicht op grond van de Vafi bestaat er een meldingsplicht op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft ). De Wwft is echter alleen op advocaten van toepassing indien advies of bijstand wordt verleend bij een beperkt aantal, limitatief opgesomde transacties8 en dat advies of die bijstand geen betrekking heeft op vertegenwoordiging in rechte of het geven van advies voor, tijdens en na een rechtsgeding of het geven van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding.9 In die gevallen moet melding worden gedaan bij FIU-Nederland. Een belangrijke objectieve indicator voor een ongebruikelijke transactie is dat 15.000 euro of meer wordt betaald in contanten, met cheques aan toonder of soortgelijke betaalmiddelen.10 Ongebruikelijke transacties worden niet bij de deken gemeld, maar bij een instantie buiten de beroepsgroep. Het is de vraag of die constructie de Straatsburgse toets zal kunnen doorstaan.11 Nu geheimhouding niet is gewaarborgd, zou dit strijd kunnen opleveren met art. 8 EVRM (recht op eerbiediging van privéleven).
Voetnoten
1 Advocaten bij Wybenga advocaten in Rotterdam.
2 Richtlijnen ter voorkoming van betrokkenheid van de advocaat bij criminele handelingen.
3 Zie de toelichting bij art. 10 Vafi.
4 RvD Arnhem-Leeuwarden 1 maart 2013, ECLI:NL:TADRLEE:2013:YA4302.
5 Zie de toelichting bij art. 10 Vafi.
6 De informatie is afkomstig uit de beantwoording van een aantal vragen die de schrijvers aan alle lokale dekens hebben voorgelegd. Eén deken heeft beantwoording geweigerd en twee dekens hebben niet gereageerd.
7 Eén van de dekens gaf aan dit voortaan altijd te zullen controleren.
8 Zie art. 1 lid 1 sub a onder 12 en 13 Wwft .
9 Zie art. 1 lid 2 Wwft voor de volledige tekst van deze vrijstelling.
10 Art. 4 Uitvoeringsbesluit Wwft.
11 Zie de noot van B.E.P. Myjer bij EHRM 6 december 2012, NJ 2014, 55, ECLI:NL:XX:2012:BZ0945.