EXTRATERRITORIALE RECHTSMACHT IN STRAFZAKEN
STATUS De Wet herziening regels betreffende extraterritoriale rechtsmacht in strafzaken heeft op 27 november 2013 het Staatsblad (nr. 484) bereikt.
INHOUD Wijziging van het Wetboek van Strafrecht. Doel: verbetering van de extraterritoriale rechtsmacht door Nederland. Straks kunnen ook vreemdelingen die in Nederland wonen en in het buitenland een strafbaar feit plegen in Nederland worden vervolgd en berecht. Daarnaast wordt de toegankelijkheid van de rechtsmachtregeling vergroot. Tegelijk met de wet wordt het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht van kracht.
IN WERKING 1 juli 2014 (Stb. 6 maart 2014, 103).
WET POSITIE EN TOEZICHT ADVOCATUUR
STATUS Wetsvoorstel 32 382 (Wet positie en toezicht advocatuur) is na vier jaar en ingrijpende wijzigingen op 8 april aangenomen door de Tweede Kamer. Het ligt nu bij de Eerste Kamer, waar geen problemen worden verwacht.
INHOUD Het voorstel bevat ten eerste: wetgeving naar aanleiding van het rapport-Van Wijmen, waaronder codificatie van de kernwaarden, invoering van tuchtregister, zwarte lijst en boete, verplichte aansluiting voor elke advocaat bij een klachten-/geschillenregeling, verval van de WTBZ-begrotingsprocedure, invoering griffierecht tuchtprocedure en andere wijzigingen in de Advocatenwet. Ten tweede: een nieuwe regeling van het toezicht op de advocatuur, waarbij een College van Toezicht de lokale dekens gaat controleren.
Er zijn zes amendementen en er is één motie aangenomen. Het ingrijpendste amendement introduceert een bijzondere kostenveroordeling in de tuchtrechtspraak. De raad van discipline kan straks bij oplegging van een tuchtmaatregel de advocaat veroordelen in de proceskosten van de klager, maar ook in de kosten die de Orde aan het tuchtcollege spendeert. Daarnaast kan straks de tuchtrechter eerder een spoedschorsing bevelen.
IN WERKING Beoogd vanaf 1 januari 2015, mogelijk gefaseerd. Het College van Toezicht, het tuchtregister en de zwarte lijst bijvoorbeeld, zullen wegens de praktische voorbereidingen wellicht later van start gaan.
TOPINKOMENS NAAR HONDERD PROCENT MINISTERSSALARIS
STATUS De regering heeft begin maart 2014 een conceptwetsvoorstel Wet verlaging bezoldigingsmaximum Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) voor advies voorgelegd aan de Raad van State.
INHOUD De inkt van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT, Stb. 2012, 583) is nauwelijks opgedroogd of de wet wordt alweer gewijzigd. In de op 1 januari 2013 in werking getreden WNT werden topinkomens in de (semi)publieke sector gemaximeerd op 130 procent van een ministerssalaris. Nu wordt een verdere verlaging tot 100 procent (177.410 euro inclusief onkosten en pensioenbijdrage) voorgesteld. Dit is de eerste stap ter uitvoering van een voornemen uit het regeerakkoord. Bij de tweede stap, waarover de regering nog gaat overleggen met het veld, gaat het plafond niet alleen voor bestuurders maar voor alle functionarissen gelden.
Overigens is op dit moment bij de Eerste Kamer nog wetsvoorstel 33 715 (Aanpassingswet WNT) aanhangig. Het bevat aan de senaat toegezegde beperkingen van de reikwijdte van de WNT en moet gaan terugwerken tot 1 januari 2013.
IN WERKING Beoogd (maar niet waarschijnlijk) 1 januari 2015. Overgangsregeling: afbouw in vier jaar voor bestaande gevallen.
WET BESCHERMING ERFGENAMEN
STATUS Eenieder kan tot 6 mei 2014 via internetconsultatie.nl reageren op het conceptwetsvoorstel tot wijziging van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek om in uitzonderlijke situaties erfgenamen de mogelijkheid te geven ontheffing te vragen van de verplichting om onverwachte schulden met privévermogen te moeten voldoen (Wet bescherming erfgenamen tegen onverwachte schulden).
INHOUD Een nieuw artikel 4:194a BW wordt voorgesteld: ‘Een erfgenaam die na zuivere aanvaarding bekend wordt met een schuld van de nalatenschap, die hij niet kende en ook niet behoorde te kennen, kan binnen drie maanden na die ontdekking de kantonrechter verzoeken om geheel of gedeeltelijk te worden ontheven van zijn verplichting deze schuld uit zijn vermogen te voldoen voor zover deze niet uit zijn erfdeel kan worden voldaan. (…).’
IN WERKING Wellicht 2016.