Raffi van den Berg is sinds medio 2011 algemeen secretaris van het landelijk bureau van de Nederlandse Orde van Advocaten. Ze maakt zich sterk voor het behoud van de rechtsstaat en ziet daarin voor de Orde een belangrijke taak weggelegd. Haar belangrijkste doel: de afstand tussen Orde en advocaat verkleinen. ‘De zorg over de rechtsstaat, dat is iets wat ons allen bindt.’

 

 

Thuis, aan tafel bij de algemeen secretaris van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA), is het recht vaak onderwerp van gesprek. Raffi van den Berg (44), haar partner, die rechter is, en hun drie kinderen (basisschoolleeftijd) zijn dan verwikkeld in een fictieve casus, regelmatig een strafrechtaangelegenheid. De een is verdachte, de anderen zijn aanklager, rechter, advocaat en slachtoffer. De laatstgenoemde rol is de minst begeerde, die van rechter het populairst. ‘Wat me opvalt bij de kinderen, is dat ze de beslismacht van de rechter, dat je bepaalt hoeveel straf iemand krijgt, vele malen interessanter vinden dan de rol van advocaat’, zegt Van den Berg. 

Haar sterke belangstelling voor het recht, en de rechtsstaat in het bijzonder, brachten haar er in 2011 toe om het ministerie van Financiën te verlaten en te gaan voor de functie van algemeen secretaris van het landelijk bureau van de NOvA. Als topambtenaar ten tijde van de kredietcrisis begon ze ‘het juridische klimaat binnen het Rijk guur te vinden’. 

Van den Berg, zittend in haar sober ingerichte werkkamer in Den Haag, vertelt dat ze moeite had met de pragmatische oplossingen die juridisch ‘niet optimaal’ en steeds vaker ook niet meer ‘suboptimaal’ waren. Ze somt desgevraagd op: een departement dat als gevolg van een kort geding een gevoelige financiële nederlaag lijdt en als eerste reflex heeft spoedwetgeving maken om de schade te repareren, adviezen van de Raad van State bij het belastingplan die keer op keer terzijde worden geschoven en het te pas en te onpas gebruiken van instrumenten als het klein Koninklijk Besluit voor zaken die daarvoor niet bedoeld zijn. 

Het was juist vanwege die ‘afbreuk van juridische kwaliteit’ dat Van den Berg een taak weggelegd zag voor de Nederlandse Orde van Advocaten. De algemeen secretaris: ‘Tegenspraak moet je organiseren. Als dat binnen het Rijk niet meer gebeurt, is de NOvA bij uitstek een organisatie die dat geluid kan laten horen.’ De aanwezige juridische kennis binnen de advocatuur, maar vooral de van de overheid onafhankelijke positie, zorgt er volgens Van den Berg voor dat uitgerekend de vereniging van deze beroepsgroep in staat is om dat tegengeluid te laten horen. Waarom ze zich zo geroepen voelt om op te komen voor de rechtsstaat? ‘Je hebt een gevoel van een tij dat je wilt keren. En dan voelt het niet goed om stil te blijven zitten en te denken: we zien wel hoe hoog die golf is. Dan is het misschien te laat.’

Met de (dreigende) aantasting van de rechtsstaat heeft de Orde als organisatie ook rechtstreeks te maken. Zo wist de NOvA, na een hevige discussie, te ontkomen aan een toezichtplan van staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD). Volgens dit plan zou een door de staat benoemd College van Toezicht mee mogen kijken in dossiers van advocaten. De van de staat onafhankelijke advocatuur stond op de tocht. Inmiddels is het toezichtplan op de heikele punten aangepast. Maar dit aangepaste plan is niet geheel in overeenstemming met het oorspronkelijke alternatief van de Orde: het instellen van een onafhankelijke stelseltoezichthouder. Vindt Van den Berg niet dat het de algemeen deken in een moeilijk parket brengt? Deze moet, als voorzitter van het college van toezicht, immers toezicht gaan houden op zijn eigen beleid. ‘De algemeen deken moet duidelijk gepositioneerd worden. Misschien kun je het heel eenvoudig oplossen door een ander lid van de Algemene Raad de portefeuille toezichtaangelegenheden voor zijn rekening te laten nemen.’ 

Een ander dossier dat de rechtsstaat raakt, is de dreigende nieuwe bezuinigingsronde van 85 miljoen op gefinancierde rechtsbijstand. ‘De toegang tot het recht, daar moet je heel voorzichtig mee omgaan’, zegt Van den Berg. Met deze maatregel ‘immuniseert’ de staat zich volgens haar voor een deel voor rechterlijke toetsing. In zestig procent van de rechtszaken is de overheid immers partij. ‘Maar ik ben bang dat onze boodschap nog te veel in waarschuwende zin is. Als alle bezuinigingen doorgaan, zal men daar over tien jaar heel veel spijt van krijgen, dat durf ik eigenlijk wel te zeggen. Maar het manifesteert zich nu nog niet, dat maakt het verzet ook lastig.’

 

Effectiever

Behalve met het verzet tegen staatstoezicht en bezuinigingen op gefinancierde rechtsbijstand, geeft ze haar belangrijkste drive, het opkomen voor de rechtsstaat, op vele manieren vorm. Zo zet ze in op een actieve lobby in het Haagse. Liefst in stilte. Dat is, zegt Van den Berg, veel effectiever. Maar de Orde zoekt wel publieke aandacht. Tijdens de laatste landelijke verkiezingen bijvoorbeeld, probeerde de Orde voor de verworvenheden van de rechtsstaat op te komen door middel van het doorlichten van verkiezingsprogramma’s op rechtsstatelijkheid. ‘Ik liep al met dat idee rond in mijn tijd bij het Rijk. Maar men wilde het toen niet, men vroeg zich af of we, als juridisch ambtenaren, wel zo’n rol mochten hebben. Of dat niet te dicht tegen de politiek aan zou komen. Dus toen ik bij de Orde begon, zag ik mijn kans schoon.’ 

De algemeen secretaris is van plan om alle adviezen van de adviescommissies wetgeving duidelijker en toegankelijker te maken door ze te laten beginnen met een samenvatting. ‘Het is niet omdat de Orde per se iets wil, maar het gaat erom of wij, op basis van juridische kennis, oordelen of iets in strijd is met, of op gespannen voet staat met. Die rol willen wij veel duidelijker vervullen.’ 

Promoveert de NOvA tot een soort Orde van State? Lachend: ‘Nou, naar de Raad van State luisteren ze niet altijd.’ Van den Berg hoopt dat de politiek naar de Orde beter luistert. ‘De kracht van wat wij doen, is dat we voor een deel ook in het parlementaire traject zitten. De Raad van State schrijft een advies, dat gaat met het wetsvoorstel mee naar de Kamer, en daarna moet de raad op zijn handen blijven zitten. Wij zijn daarin veel vrijer.’

Dit jaar is de rechtsstaat het thema van het jaarcongres van de Orde in september. ‘De zorg over de rechtsstaat, dat is iets wat ons allen bindt’, zegt ze. Dat roept de vraag op voor wie de Orde er vooral is. Voor advocaten, voor rechtzoekenden of voor allebei? 

Van den Berg: ‘Ik denk dat kwalitatief goede advocatuur het uitgangspunt moet zijn. Via de sleutel van kwaliteit snijdt het mes aan twee kanten.’ En hoe kijkt de algemeen secretaris aan tegen specialisatieverenigingen die op eigen houtje belangen nastreven? ‘Het zou heel raar zijn om te zeggen: “Doe dat vooral niet”. De Orde behartigt de belangen van de hele balie en dat beperkt soms ook onze speelruimte.’ Ze geeft aan dat het voor de Orde belangrijk is regelmatig met specialisatieverenigingen te overleggen, omdat je elkaar anders ook kunt tegenwerken. ‘Dat contact moet worden geïntensiveerd, door middel van periodiek overleg. Dat is achterstallig onderhoud vanuit de Orde.’ 

Geconfronteerd met het imago van de Orde onder advocaten – groot en duur – zegt ze resoluut: ‘Op het moment dat dit geluid je bereikt, moet je er goed naar luisteren en doe je iets niet goed. Maar wat dat dan precies is, is nog best wel lastig. Ik denk dat de Orde misschien wel te duur was. Maar we hebben hier in de organisatie de franje er flink uit gehaald.’ Ze somt op: concentreren op kerntaken, ‘liquideren’ van verschillende stichtingen van de Orde en werken met een duidelijke agenda in plaats van ad-hocbeleid. Ook moet de Orde volgens haar zichtbaarder worden. Daarom wordt er een portal op de Ordewebsite, ‘Mijn Orde’, gebouwd. ‘Op die manier zouden we advocaten beter kunnen bereiken.’ 

Van den Berg geeft toe dat de toenemende taken en bevoegdheden die de Orde vanuit de politiek krijgt opgelegd haar doel in de weg zitten. ‘Eigenlijk wilde ik helemaal niet groeien, maar afslanken, een kleinere organisatie worden. Alleen, dat lukt niet met de taakverzwaring die je van buitenaf krijgt opgelegd. Dus dan moet je groter worden, maar dan wel op een voorzichtige manier.’ Haar grootste angst: net als de Autoriteit Financiële Markten vergeleken te worden met een pakje zelfrijzend bakmeel. ‘Dus daar zijn we telkens heel kritisch op. Geen afbreuk doen aan kwaliteit, maar het liefst gewoon elk dubbeltje nog een keer omdraaien.’

Van den Berg hoopt boven alles de afstand tussen de Orde en de balie te verkleinen. ‘Nou heb ik niet de illusie dat alle advocaten je een vette knipoog geven als je het erover hebt dat je bij de Orde werkt. Maar dat ze weten dat de organisatie ook nog wat voor je kan betekenen, dat zou ik geloof ik het allerbelangrijkst vinden.’

Ze nodigt advocaten dan ook uit vooral langs te komen bij het landelijk bureau. Het zou volgens haar vele misverstanden die er over de Orde bestaan uit de weg kunnen ruimen. ‘Tijdens een Collegevergadering sprak ik bijvoorbeeld een advocaat die denkt dat hier de mutaties in Beheer Advocaten Registratie (BAR) door een advocaat worden ingetikt omdat het anders niet chic zou zijn.’ 

 

Klappen

Voor de komende periode heeft de algemeen secretaris een reeks concrete doelen. Daaronder valt het project KEI (Kwaliteit en Innovatie rechtspraak). De digitalisering van de rechterlijke macht heeft volgens Van den Berg veel invloed op de praktijk van de advocatuur. Daarom vindt ze het belangrijk dat de balie hierbij betrokken is. ‘Tot nu toe lijkt het zo dat het hele project zich binnen de sfeer van de rechterlijke macht heeft afgespeeld. We hebben heel hard op de deur geklopt, en gezegd: “Wij willen ook leveren. Maar wat moeten we leveren? Welke expertise is er vanuit de balie nodig?”’ 

De Orde wil de rechtspraak bewust maken van de diversiteit van de advocatuur, zodat de betrokken IT-leveranciers van advocaten daar rekening mee kunnen houden. Daarbij wil de beroepsorganisatie de rechtspraak laten zien dat de aanschaf van een kleurenscanner, bijvoorbeeld, voor sommige kleine kantoren een behoorlijke investering is. ‘Dat, gecombineerd met de bezuinigingen op gefinancierde rechtsbijstand. Neem die groep waar de klappen vallen mee in dit traject, zodat zij extra afschrijvingen kunnen inplannen, en stel reële termijnen.’ 

De uniformering van het lokale toezicht op advocaten is een ander aandachtspunt. Volgens de laatste toezichtplannen krijgen lokale dekens bijvoorbeeld de bevoegdheid een boete op te leggen. ‘De dekens hebben een eigen verantwoordelijkheid in de uitoefening van het toezicht. Dat moet wel in elf arrondissementen op gelijke wijze plaatsvinden. Als daar een niet-verklaarbaar onderscheid in zit, heb je een probleem.’ Dekenberaad en landelijke formats voor het toezicht door de dekens moeten verschillen voorkomen. 

Daarbij ziet de algemeen secretaris iets in het binnen de Algemene Raad bestaande plan voor het stelsel van financiële afdrachten aan de Orde. Op dit moment betalen advocaten een bijdrage aan de landelijke én lokale Orde. Beter en eenvoudiger zou het volgens haar zijn als advocaten voortaan één bijdrage gaan betalen. Op landelijk niveau moet het geld dan binnenkomen. Een deel daarvan wordt vervolgens verspreid over de lokale Orden. ‘Daarvoor wil ik me de komende jaren wel inzetten. Maar je tast daar natuurlijk ook wel wezenlijk de lokale autonomie mee aan. Dus dat gaat nog een enorme discussie opleveren, denk ik. Aan de andere kant, het is in lijn met de Commissie Huydecooper en ook de financiële commissie uit het College van Afgevaardigden heeft dit onlangs geopperd.’

Wanneer is de missie van Van den Berg vervuld? ‘Als het vernieuwde toezicht goed is geïmplementeerd en er een periode van relatieve rust ontstaat in de advocatuur. Maar ik moet nog zien wanneer het zover is.’ De algemeen secretaris wijst op het debat over de bezuinigingen op gefinancierde rechtsbijstand en op de digitalisering van de rechtspraak, die loopt tot 2018. ‘En tegen die tijd is er natuurlijk weer een nieuw dossier, dus die rust, die komt er voorlopig niet.’

 

 

Speerpunten landelijk bureau op een rij

 

1 Bezuinigingen gefinancierde rechtsbijstand

De Orde vindt de bezuinigingen op gefinancierde rechtsbijstand zorgelijk. ‘De bezuinigingsagenda raakt de toegang tot het recht op ontoelaatbare wijze’, aldus de beroepsorganisatie. ‘De staatssecretaris weet van geen wijken en banjert door, met zo lijkt het vooralsnog het comfort van meerderheidssteun in de Tweede Kamer.’

Via allerlei kanalen probeert de Orde deze bezuinigingen een halt toe te roepen. Gezamenlijk optrekken, liefst met alle verenigingen uit de balie en de rechtspraak is daarbij een streven. ‘Een deel van de balie wil de Orde publiekelijk met de vuist op tafel zien slaan, een ander deel is weer lastig te mobiliseren.’ Er heeft overleg plaats, met de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland (VSAN) en andere verenigingen, met maatschappelijke organisaties en de politiek. 

 

2 Implementatie toezichtmodel

Na jarenlang en succesvol verzet tegen het toezichtmodel van staatssecretaris Fred Teeven (Veiligheid & Justitie, VVD) wordt nu gewerkt aan de implementatie van een toezichtmodel zonder staatsinvloed. Er zijn 74 deelonderwerpen die moeten worden ingevoerd. Het overzicht met deze onderwerpen is verstrekt aan het dekenberaad en het College van Afgevaardigden. Het voorstel ligt inmiddels bij de Eerste Kamer. Binnen het landelijk bureau van de Orde vindt veelvuldig overleg plaats met de betrokken portefeuillehouders uit de Algemene Raad (algemeen en plaatsvervangend algemeen deken), Arthur Docters van Leeuwen en met de voorzitter van het dekenberaad. Bij de vele uitvoeringsaspecten worden adjuncten betrokken van de lokale ordebureaus en wordt op 3 juli 2014 een bijeenkomst voor alle leden van de Raden van Toezicht en stafmedewerkers van lokale Ordebureaus georganiseerd. Met name de invoering van aspecten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) vraagt een grondige voorbereiding. Dit wil de Advocatenorde zo veel mogelijk faciliteren door het laten opstellen van een ‘praktijkhandleiding toezicht’.

 

3 Kennis en Innovatie rechtspraak

KEI (Kennis en Innovatie rechtspraak) zorgt bij de Orde voor rimpelingen. Binnen het bureau is een multidisciplinair projectteam samengesteld om de ontwikkelingen te volgen en waar mogelijk te anticiperen op de consequenties voor de advocatuur. De Orde wil beter zicht krijgen op de diverse deelprogramma’s die de Raad voor de rechtspraak heeft lopen. ‘Dit is van belang om tijdig de juiste expertise vanuit de balie op te lijnen’, aldus de Orde. Vanuit de Raad voor de rechtspraak en het ministerie van Veiligheid en Justitie worden veel werkgroepen ingesteld die participatie vanuit de balie vragen. Het projectteam probeert continu een vertaalslag te maken tussen alle (deel)projecten en de diverse geledingen in de balie. 

 

4 Voorbereiden vergadering Algemene Raad

Het voorbereiden van de tweewekelijkse vergadering van de Algemene Raad en het maandelijkse dekenberaad is voor veel beleidsadviseurs een weektaak. Dossiers die op dit moment veel aandacht vragen zijn: I) doorlichting regelgeving, II) verschoningsrecht en het rapport Wat is een advocaat, III) monitoren Beroepsopleiding Advocatuur en IV) totstandkoming financieel jaarverslag.

 

5 Verbeteren zichtbaarheid

Het verbeteren van de zichtbaarheid van de advocatuur is een rode draad voor het Ordebureau. De organisatie van het jaarcongres en de totstandkoming van het jaarverslag vragen veel tijd, naast de dagelijkse beantwoording van persvragen en het permanent volgen van politieke ontwikkelingen. Zo veel mogelijk wordt nuttige informatie snel gedeeld met de diverse adviescommissies wetgeving. 

 

6 Professionaliseringsslag 

De Orde werkt aan een verdere professionaliseringsslag. Zo wordt de werkwijze binnen het bureau van binnenkomst van post tot archivering volledig gedigitaliseerd, de IT-huishouding wordt op orde gebracht en juridische procedures worden beter in lijn met de Awb gebracht. Zo is de inning van de jaarlijkse financiële bijdrage voor het eerst in de vorm van een beschikking gegoten. Informatiebeveiliging is bij dit alles een belangrijk aandachtspunt. Daarnaast worden heel veel uiteenlopende e-mails afgehandeld. Van een verzoek van de balie uit Beijing over de inrichting van kantoorbezoeken tot een rechtzoekende die zijn onvrede uit over het verloop van zijn procedure.

 

 

Raffi van den Berg

Geboren: 1970 in Delft

 

Studie

•Gymnasium Camphusianum te Gorinchem

•Propedeuse Muziekwetenschappen, Universiteit van Amsterdam

•Propedeuse Semitische Taal en Cultuur, Universiteit van Amsterdam

•Doctoraal Nederlands recht (afstudeerrichting Staats- en Bestuursrecht en Gezondheidsrecht), Universiteit van Amsterdam

 

Loopbaan 

•Onderzoeker Belinfante Instituut Universiteit van Amsterdam 

•Medewerker advocatenkantoor Mohr & Verhorst

•Wetgevingsjurist, ministerie van Economische Zaken

•Coördinerend wetgevingsjurist Financiële Markten, ministerie van Financiën

•Adviseur Bestuurlijke en Juridische Zaken, ministerie van Financiën

•Projectleider Financiële Markten tijdens kredietcrisis, ministerie van Financiën 

•Algemeen secretaris Nederlandse Orde van Advocaten

 

Nevenfuncties

•Lid Raad van Toezicht Center for International Legal Cooperation (CILC)

•Lid College van Regenten Stichting Het Heilige Geest Hofje Den Haag

•Secretaris Stichting Leerstoel Advocatuur 

 

Burgerlijke staat

•Samenwonend, drie kinderen

 

Download artikel als PDF

Advertentie