Onlangs organiseerde bureau Dialogue – dat ook een deel van de nieuwe beroepsopleiding voor zijn rekening neemt – een dag over het opleiden van advocaten. De meest recente ‘patroon van het jaar’ was aanwezig, deskundigen legden in workshops iets uit over praktische vaardigheden, Marc Lammers trok parallellen met de wijze waarop hij het dameshockeyteam naar olympisch goud had geleid, en nog meer. Een interessante toevoeging was de bijdrage van Ruben van Zwieten, een jonge theoloog die op de Zuidas aandacht vraagt voor zingeving te midden van alle commercie.
Ook voor kantoren is zingeving een relevant punt naast opleiding en bijscholing. Natuurlijk: gedegen vakkennis en praktische vaardigheden zijn onmisbaar om advocaten kwalitatief goed te laten functioneren. Een goede bibliotheek en relevante (online) informatie zijn essentieel. Bespreking van jurisprudentie is een must. Maar één van de dingen die de bankencrisis ons heeft geleerd, is dat er meer nodig is dan praktische zaken. Dat er bijvoorbeeld een fundamentele belangstelling moet bestaan voor de vraag of iets niet alleen mogelijk, maar ook wenselijk is. Dat is van oudsher wat een beroep onderscheidt van een bedrijf: een morele notie die verder gaat dan je houden aan de beroepsregels. Het vermoeden dat ‘de concurrent het anders wel gaat doen’ zou niet voldoende moeten zijn om dubieuze zaken toch maar te doen.
Wanneer een kantoor periodiek aandacht vraagt voor zingeving, helpt dit om de gewenste bredere ethische bedding te ontwikkelen. Dat is niet alleen goed voor de reputatie van een kantoor, het draagt er ook toe bij dat de mensen zich realiseren dat hun kantoor ook andere criteria dan omzet en winst van belang vindt. En dat is weer goed vóór betrokkenheid en tégen cynisme.
Dus wie straks voor de zomervakantie nog een kantoordag wil wijden aan kwaliteit, zou er goed aan doen om naast opleiding, bijscholing, praktische vaardigheden en dergelijke, ook zingeving bij de te behandelen onderwerpen op te nemen. Praktisch kan dat laatste thema vele vormen aannemen. Iedereen daarover mee laten denken, is stimulerend. Vraag bijvoorbeeld eens aan mensen hoe zij er in hun leven mee omgaan. Wellicht dat iemand die op zondag naar een kerk gaat aan de preek gedachten overhoudt over de praktijkvoering. Ook is denkbaar dat een kantoorgenoot een zingevend verhaal voorleest – Kerstmis is daar een mooie aanleiding voor. Of dat iemand aan de hand van gedichten het thema levend maakt: Rainer Maria Rilke, William Blake en vele andere dichters schreven daarvoor prachtig materiaal. Maar in elk geval is het goed als de gedachte dat dergelijke zaken niet op kantoor thuishoren, zo snel mogelijk wordt uitgebannen.