Britta Böhler, bijzonder hoogleraar advocatuur, mengt zich in de discussie over de vraag of afgestudeerden die geen rechten hebben gedaan ook advocaat zouden moeten kunnen worden. ‘Ik snap de problemen wel die sommige advocatenkantoren tegenkomen: stagiaires leren pas wat ze moeten kunnen als ze op kantoor begonnen zijn. En in Engeland kun je bijvoorbeeld Grieks studeren en vervolgens advocaat worden. Maar het hele systeem is daar anders.’
Böhler ziet in Nederland vooral nadelen voor de stagiaires zelf. ‘Als je net je bul hebt, weet je niet wat voor advocaat je wilt zijn, meestal weet je dat pas na een jaar of twee. En er kan ook maar een klein percentage na de stage blijven als medewerker. Mensen die geen rechten hebben gestudeerd en iets anders willen gaan doen, zijn dan alleen heel specifiek bezig geweest. Je bent dan niet zomaar geschikt voor een andersoortig kantoor. Zonder de brede juridische opleiding die je nu hebt, heb je dan weinig om op terug te vallen.’
Ook voor de beroepsgroep ziet Böhler gevaren als studenten van andere richtingen zo de advocatuur in kunnen duiken. ‘Tijdens de rechtenstudie leer je heel fundamentele dingen: juridisch denken, logisch redeneren, de kern halen uit een juridische argumentatie.’ En dan is er nog de bredere blik op het juridische veld: hoe de verschillende rechtsgebieden in elkaar zitten, hoe die zich tot elkaar verhouden, en hoe bijvoorbeeld mensenrechten op verschillende terreinen doorwerken.
Böhler: ‘Je moet je specialiseren tegenwoordig, dat geldt voor alle terreinen. Maar onder die specialisatie moet een algemeen fundament zitten. Ik snap de problemen die sommige kantoren tegenkomen, maar het ontnemen van de brede blik lijkt mij geen goede ontwikkeling. Als beginnende stagiaires niet goed beslagen ten ijs komen, is de oplossing dat de inrichting van de studie anders moet.’
Britta Böhler begon haar Nederlandse advocatencarriere bij het toenmalige grote commerciële kantoor Loeff Claeys Verbeke, dat ze na drie jaar verruilde voor het kleine, activistische Van den Biesen Prakken Böhler (nu Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers).
Trudeke Sillevis Smitt