Het Openbaar Ministerie eist van de Haagse rechtbank duidelijkheid over de manier waarop kinderpornozaken gedagvaard moeten worden. Een deel van de Haagse rechters gaat niet akkoord met de nieuwe wijze waarop het OM de zaken aanbrengt.
Het OM kiest er steeds vaker voor om op dagvaardingen enkel een globale omschrijving te geven van de aangetroffen kinderporno bij verdachten. Hierbij worden de afbeeldingen verdeeld in verschillende categorieën. De rechtbank in Den Haag verklaarde verschillende malen deze dagvaardingen nietig. Ze baseerde zich op een arrest van de Hoge Raad dat stelt dat op een tenlastelegging een feitelijke beschrijving van de kinderporno moet staan. De opstelling van de Haagse rechters leidde tot Kamervragen.
Het arrondissementsparket Den Haag was gestopt met de nieuwe wijze van dagvaarden, maar is daar vanaf vorige week toch weer mee begonnen. ‘De wet noch de Hoge Raad verplichten dat exact de handeling van elk afzonderlijk genoemd plaatje in de tenlastelegging wordt opgenomen’, zei een Haagse officier tijden de behandeling van een kinderpornozaak. Ze maakte een vergelijking met een winkeldiefstal, waarbij de rechtbank er ook genoegen mee neemt als van weggenomen goederen een globale omschrijving wordt gegeven op de dagvaarding.
De officier vroeg de Haagse rechters om een ‘expliciete’ en ‘principiële’ uitspraak over de nieuwe wijze van dagvaarden van kinderpornozaken. Volgens haar liggen vooral de rechtbanken Den Haag en Limburg dwars. Andere rechtbanken zouden minder lastig doen, hoewel de rechtbank Noord-Holland op 13 mei ook een kinderpornodagvaarding nietig heeft verklaard.
Maarten Bakker