Je mag als advocaat een hoop zeggen over de wederpartij, maar een andere advocaat waarschuwen dat hij misschien maar beter niet voor die wederpartij kan gaan optreden: dat gaat te ver.

Mr. X had aan de (beoogde) advocaat van de wederpartij geschreven: ‘Ik neem aan dat u zich realiseert dat u de zoveelste advocaat bent die tracht zijn – overigens ongegronde en gefingeerde – claims op cliënte hard te maken. In ieder geval zijn twee eerdere procedures door uw cliënt c.q. zijn advocate niet doorgezet, is hij tot tweemaal toe door de deken op zijn plaats gezet en bent u de derde advocaat en – naar ik meen – de vierde gemachtigde.
In de tussentijd heeft cliënte aangifte tegen uw cliënt gedaan en is duidelijk geworden dat uw cliënt op frauduleuze wijze heeft getracht dit relatiegeschil onder dekking van zijn rechtsbijstandsverzekering te brengen. Uiteraard staat het u vrij namens uw cliënt ieder denkbaar standpunt in te nemen doch ik wil u wel van een en ander doordringen zodat u – als dominus litis – uw eigen conclusies kunt trekken.’

Nou niet echt een scheldkannonade of anderszins onnodig grievend. En toch kreeg mr. X een waarschuwing. Zijn brief was erop gericht de wederpartij rechtsbijstand te onthouden, en tot dat resultaat had de brief ook geleid. En zó ver mag je in de zorg voor je cliënt niet gaan, vindt de raad van discipline in Den Bosch. Maar: mr. X kan nog in appel.

Trudeke Sillevis Smitt

Advertentie