Sterren kijken, kietelen, knippen en scheren; begrippen betekenen in de gevangenis iets heel anders dan normaal. Een selectie van codewoorden. En: waarom zijn ze er in justitiële inrichtingen zo dol op?
‘Het geeft een groepsgevoel en het kan handig zijn natuurlijk.’ Volgens Nicoline van der Sijs, hoogleraar historische taalkunde en werk-zaam bij het Meertens Instituut voor onderzoek en documentatie van de Nederlandse taal en cultuur, is de taal van gedetineerden onder-ling oorspronkelijk geheimtaal, om ‘het gezag’ buiten de conversatie te houden. ‘Net als op school, waar jongeren een codewoord afspreken om te zeggen dat ze gaan spijbelen om naar de kroeg te gaan.’ Maar het zijn niet alleen de gedetineerden die graag hun eigen taaltje spreken, het personeel weet ook van wanten. Dichteres Ester Naomi Perquin werkte jarenlang als bewaarder. ‘Het was oorspronkelijk een veiligheidskwestie, een reactie op het Bargoens. In de gevangenis let iedereen op elkaar. Als je informatie versleu-telt, maak je het de andere kant lastiger. Je kunt stiekem een commando geven. Maar het heeft natuurlijk ook een jongens-boekachtige romantiek.’
Bajestaal kent woorden die zowel gedetineerden als personeel gebruiken. Zoals het woord ‘badmeester’, voor de man die de gedetineerden bij binnenkomst ontvangt. Maar alleen bewaarders zeggen ‘sterren kijken’ (visiteren) en alleen gedetineerden hebben het over de ‘bruidssuite’ (strafcel). Dichteres en oud-bewaarder Perquin: ‘Wij gebruikten het woord lijmvinger, dat is een jongen die vanuit de cel veel te vaak op de bel drukte. Die liet je dan een tijdje wachten, met het risico van Peter en de wolf natuurlijk. En de jongens noemden een bewaker bij wie je veel gedaan kon krijgen een Sinterklaas. Ik was zelf duidelijk een Zwarte Piet.’
Gerda Clobus werkt al 28 jaar in de bibliotheek van Penitentiaire Inrichting Arnhem. Van geheimtaal merkt ze niet veel. ‘Elke groep heeft wel zijn eigen jargon. Om harde dingen zachter te kunnen zeggen, of juist wat badinerend te doen.’ Het valt Clobus op dat gedeti-neerden vaak ouderwetse of formele woorden gebruiken. ‘Dan zeggen ze: “Ik zit hier te tuchten”, als ze het zwaar hebben. Of een vrijwel ongeletterde wietteler die boos is dat de rechter zich laatdunkend over woonwagenkampbewoners uitlaat en zegt: “Wij overwegen te wraken.” Dat soort termen kent men dan wel!’
Ook de jurist kan er wat van als het om codetaal gaat. NRC-redacteur Folkert Jensma vertelde laatst in dit blad: ‘Ik verdenk juristen ervan dat ze een muur van onbegrijpelijkheid opwerpen en daar hun geld mee verdienen.’ En op BNR Radio beaamde advocaat Emma de Boer in het programma Juridische Zaken dat jargon vooral nuttig was om de wederpartij te imponeren. Zo schreef ze graag onderaan een dagvaarding tegen meer dan een gedaagde ‘des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd’. Pablo van Klinken van legal.nl zette onlangs een Latijn-Nederlandse juridische woordenlijst op de site. ‘U kunt het natuurlijk ook de andere kant op gebruiken,’ staat erbij. ‘U geeft het recht dan een extra vleugje mysterie.’ Het zal veel cliënten toch bekoren. Het onbegrijpe-lijke is nu eenmaal betoverend.
GEBEFT GAJES
Wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van het Bargoens – de taal van de onderklasse – en in boeventaal kan terecht op de website dbnl.org voor de heruitgave van het wetenschappelijke standaardwerk van J.G.M. Moormann, De geheimtalen (ed. Nicoline van der Sijs), L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen 2002 (oorspronkelijk uit 1932 en 1934). Met daarin opgenomen De Boeventaal (1906) van commissaris van politie W.L.H. Köster Henke, inclusief woordenlijst van de toentertijd gebezigde dieventaal. Zoals gebeft gajes (heren van het gerecht), gouden regen (rijke buit) en louwpoekelen (niets zeggen voor de rechter).
Van badmeester tot Zwarte Piet
VERKLARENDE WOORDENLIJST VAN CODEWOORDEN ACHTER DE TRALIES
Badmeester Beheerder van de afdeling waar gedetineerden de inrichting binnenkomen. Velen, ook bewaarders, denken dat de naam te maken heeft met ‘in bad gaan’, maar ‘Bad’ staat officieel voor Binnenkomst Afdeling Delinquenten
Branden Een lange celstraf uitzitten
Bruidssuite Strafcel
Detentiebesmetting Verschijnsel dat gedetineerden elkaar in de penitentiaire inrichting criminele tips geven
Donswerker Iemand die vastzit wegens pedoseksuele handelingen
Fiets ‘Veiligheidsbed’ waarop gedetineerden worden vastgebonden. Over de herkomst van het begrip ‘fiets’ zijn de meningen verdeeld. Meest waarschijnlijk: voordat je er af mag, moet je fietsbewegingen maken om de bloedsomloop weer op gang te brengen
Gouwen pet Gevangenisdirecteur
Halve lucht Gelegenheid om na een halfuur luchten naar binnen te gaan als het regent. ‘Postzegel, halve lucht!’ (zie ook Postzegel)
Handjive Zelfmoord. ‘De handjive doen’
Hanger Gedetineerde die zich in de cel verhangt
Hemelpiloot Geestelijk verzorger
Kalverstraat, Grote Brede tunnel die alle torens van de Bijlmerbajes met elkaar verbindt. Ook bekend als ‘Avenue Pénitentiaire’
Kerstmannen Zwervers die rond kerst een klein vergrijp plegen om een paar dagen in de gevangenis onderdak te krijgen
Kietelaar; kietelen Functionaris die visitaties verricht; visiteren
Kluis Plaats op of in het lichaam om verboden spullen ongemerkt langs de badmeester te krijgen
Knippen en scheren Een afrekening onder de douche
Lijmvinger Gedetineerde die in de cel voor elk wissewasje op de bel drukt om een bewaarder te roepen, tot ergernis van de bewaarders. ‘We hebben een lijmvinger op C3’
Lucht opsturen Groep gedetineerden naar buiten begeleiden om te luchten. De bewaarder roept om: ‘A1 lucht opsturen!’
Nat bejegenen Klappen uitdelen (meestal in de badkamer)
Op de buik leggen Overmeesteren en boeien
Op de plee afzitten Een korte celstraf uitzitten
Peeskamertje Kamer voor bezoek zonder toezicht
Plat Corrupt. ‘Een platte bewaarder’
Poppetjes Gedetineerden. Geen ‘term of endearment’, maar om een gevoel van overzicht en controle op te roepen. ‘Hoeveel poppetjes heb jij op de luchtplaats?’
Postzegel Kleinste luchtplaats in de voormalige bajes aan de Noordsingel in Rotterdam (in een bepaalde periode ook wel ‘Moordsingel’ genaamd, vanwege de vele zelfmoorden)
Rode kaart ‘Alle beperkingen’ zoals opgelegd door de rechter-commissaris: gedetineerde mag geen contact hebben met de buitenwereld
Schone wacht Bezoekersruimte waar de wachtenden zijn gecontroleerd op verboden voorwerpen
’t Schuurtje Isoleercel
Sinterklaas Bewaarder die slecht nee kan zeggen
Sleutelen Openen en sluiten van deuren door de bewaarder
Snijer Gedetineerde die zichzelf bewerkt met een mes/zich de polsen doorsnijdt
Spitten, strippen Grondige celcontrole op verboden spullen: twee piw’ers (penitentiaire inrichtingwerkers) doorzoeken de cel zeer grondig. Strippen is ook uitkleden voor controle op contrabande
Stampede Bewakers die van alle kanten komen aanrennen bij een opstootje
Sterren kijken Visiteren (onderzoek om te zien of zich in de anus contrabande bevindt)
Stilliggen ‘We liggen stil’: er is een serieuze dreiging; alle deuren worden vergrendeld en het intern bijstandsteam komt in actie
Taxi Lift in de Bijlmerbajes
Tuchten Het moeilijk hebben met vastzitten
Slijmspoor [of: het Gouden Laantje] De gang waar de kamer van de gevangenisdirecteur zich bevindt
Uitsluiten Gedetineerde uit de cel laten (tegenovergestelde van insluiten)
Wimpie Gedetineerde die zegt dat hij onschuldig is en iedereen op zijn hand probeert te krijgen
Zwarte Piet Bewaarder die zich consequent aan de regels houdt
Bronnen: Gesprekken met dichteres Ester Naomi Perquin, prof. dr. Nicoline van der Sijs van het Meertens Instituut te Amsterdam, bibliothecaris PI Arnhem Gerda Clobus.
‘Sterrenkijken bij de Kerstmannen’, Mariëtte Baarda, Onze Taal 2011, 7/8, p. 204-206. Diverse websites (o.a. http://beveiliging.multigids.net/artikelen/000340.html,
http://www.vloekvanveenhuizen.nl/index.php?option=com_joomlaquiz&view=quiz&Itemid=34).
Trudeke Sillevis Smitt