In het medezeggenschapsrecht krijgt het advies- en instemmingsrecht vaak de meeste aandacht. Nu is dit inderdaad belangrijk, maar het recht op informatie is de kern van de Wet op de ondernemingsraden.
Om zijn taken goed te kunnen verrichten, heeft de ondernemingsraad (or) informatie nodig. In artikel 31 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) is dan ook een uitgebreide regeling opgenomen waarin staat op welke informatie de or recht heeft. Het gaat daarbij zowel om ongevraagde als om gevraagde informatie. Het betreft onder meer informatie over de organisatie en de verdeling van de bevoegdheden en eventuele wijzigingen daarin. Daaronder valt ook dat de ondernemer de or dient te informeren over beleidsvoornemens en besluiten die hij in voorbereiding heeft.
Verder moet de ondernemer de or over diverse financiële aangelegenheden informeren[1], over het personeelsbeleid en over het sociale beleid van de onderneming[2]. Bij ondernemingen met meer dan honderd personen in dienst, dient de ondernemer de or tevens te informeren over de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen of afspraken per verschillende groep van de in de onderneming werkzame personen en van het bestuur en het toezichthoudend orgaan[3].
Het gaat daarbij dan onder meer om gegevens met betrekking tot de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden[4]. Deze informatie dient de ondernemer ongevraagd te verstrekken aan de or. Daarnaast is de ondernemer verplicht om de or, indien hij daarom verzoekt, tijdig alle inlichtingen en gegevens te verstrekken die hij voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft. Wat de or redelijkerwijze nodig heeft, dient ruim te worden uitgelegd. De or kan de gevraagde informatie niet alleen nodig hebben voor de vervulling van zijn taak, denk daarbij onder andere aan het advies- en/of instemmingsrecht (artt. 25 en 27 WOR), maar ook voor het indienen van een initiatiefvoorstel (art. 23 WOR). Ook kan de or informatie nodig hebben om zijn stimulerende rol op de onderwerpen zoals genoemd in artikel 28 WOR uit te kunnen oefenen[5].
Het is aan de or om concreet aan te geven waarvoor hij de gevraagde informatie nodig heeft. Hierbij geldt dat de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam heeft beslist dat het in beginsel niet aan de ondernemer is om zich een oordeel te vormen over de vraag welke informatie de or nodig heeft. Dit is anders als de ondernemer uiteenzet dat er in redelijkheid geen discussie over kan bestaan dat de gevraagde informatie geen enkel belang dient[6]. Het argument van een ondernemer dat informatie niet verstrekt kan worden aangezien het gaat om vertrouwelijke informatie, zal niet slagen; de ondernemer kan de or ex artikel 20 WOR geheimhouding opleggen[7]. Schending van de geheimhouding kan grote gevolgen hebben voor een or-lid, omdat het een reden voor ontslag op staande voet kan opleveren en kan worden gekwalificeerd als een misdrijf ex artikel 272 Wetboek van Strafrecht.
Indien de or de ondernemer om informatie verzoekt, zal hij dit met enige voortvarendheid dienen te verstrekken aan de or. Mocht de ondernemer weigeren informatie te geven, dan heeft de or de mogelijkheid om op grond van artikel 36 WOR een vordering in te stellen bij de kantonrechter.
Chris Nekeman & Inge de Laat[8]
[1] Art. 31a lid 1 WOR. Denk hierbij aan gegevens over omzetontwikkeling, kosten, resultaten, marktontwikkelingen en de concurrentiepositie.
[2] Art. 31b lid 1 WOR. Denk hierbij aan de aantallen en verschillende groepen van de in de onderneming werkzame personen, alsmede inzake het door de ondernemer gevoerde sociale beleid.
[3] Art. 31d lid 1 en 2 WOR, Wet Harrewijn.
[4] Het gaat dan om vast salaris, eventuele variabel salaris, vakantiegeld, pensioen, onkostenvergoedingen, auto van de zaak, verlof, scholing en ontslagvergoedingen.
[5] Zo schrijft art. 28 WOR onder meer voor dat de or bevordert dat geldende regels op het gebied van arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeids- en rusttijden worden nageleefd.
[6] Hof Amsterdam (OK) 12 december 2003, JAR 2004/26.
[7] Geheimhouding geldt in drie gevallen: 1) alle zaken- en bedrijfsgeheimen die or-leden in hun hoedanigheid vernemen, 2) alle aangelegenheden waarvan geheimhouding is opgelegd of 3) alle zaken waarvan de vertrouwelijkheid duidelijk dient te zijn gelet op een eerder opgelegde geheimhouding.
[8] Advocaten bij Kennedy Van der Laan te Amsterdam.