Vorige week was ik te gast bij het radioprogramma Goedemorgen Nederland. Aanleiding was een enquête over de staat van de rechts-staat. Een onderwerp dat mij na aan het hart ligt. Bijna vijfhonderd advocaten hebben hun mening gegeven over het beleid van dit kabinet. Een aantal uitkomsten wil ik u niet onthouden. Zo vindt slechts één procent van de advocaten dat de rechtsstaat er op vooruit is gegaan de afgelopen vier jaar. En drie op de vier zegt dat de rechtsbijstand in gevaar komt door de bezuinigingen. Hoewel ik zelf de vragenlijst niet heb ingevuld, herken ik deze uitkomsten. De toegang tot de rechter is inderdaad ernstig in gevaar en dat komt met name door de korting op de gefinancierde rechtshulp.
Laat ik u nog een keer het plaatje schetsen. Er waren bezuinigingen tot medio 2013. Toen ging er van de 450 miljoen euro 65 miljoen af. Halverwege vorig jaar is aangekondigd daar nog eens 85 miljoen euro vanaf te doen. En dan komen we echt in de gevarenzone. Dan komen we in de gevarenzone voor bijna veertig procent van de Nederlanders die een beroep doen op de gefinancierde rechts-hulp. Mensen die toegang tot de rechter zoeken op het gebied van strafrecht, sociaal verzekeringsrecht, huurrecht, noem ze allemaal maar op. Zaken die voor zestig procent plaatsvinden in procedures tegen de staat. Daar komt de toegang tot het recht en de toegang tot de rechter ernstig in gevaar. Dat blijf ik onacceptabel vinden. Het is op bijstandsniveau binnenkort volstrekt onmogelijk om een advocaat te betalen en dan is het kiezen: ofwel niet naar de rechter, ofwel proberen een advocaat te vinden die gratis het werk doet. Maar dat laatste is uiteindelijk voor de advocatuur ook niet doenlijk. Er moet een redelijke vergoeding zijn en blijven voor de handha-ving van de kwaliteit.
Vorige week heeft de Orde, mede namens de specialisatieverenigingen VSAN/VSAA, een reactie gestuurd op de ter consultatie voorgelegde Algemene Maatregel van Bestuur in het kader van de taakstelling op gefinancierde rechtsbijstand. Want het einde lijkt helaas nog niet in zicht. In deze brief doen wij (weer) een oproep aan het parlement en de bewindspersonen om toch vooral de nog komende bezuinigingsmaatregelen in onderlinge samenhang te behandelen. Zodat in elk geval gepoogd wordt de toegang tot het recht en de rechter zo veel mogelijk in stand te houden.
Voorlopig raken we niet uitgepraat over dit onderwerp. Zo staat ons jaarcongres, op 26 september in het Spant! in Bussum, in het teken van Rechtsstaat in recessie. Daar verwacht ik vlijmscherpe discussies en mooie inhoudelijke debatten, vooral ook over onze eigen rol als advocatuur. Ik kijk er nu al naar uit.
Walter Hendriksen