Minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (PvdA) verwerpt het alternatieve voorstel van de Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN) voor de wijziging van het ontslagrecht. Volgens de VAAN had haar voorstel tot een ‘daadwerkelijke’ vereenvoudiging van de regelgeving kunnen leiden.

De vereniging stuurde de Eerste Kamer begin juni haar alternatief, dat was opgesteld in overleg met hoogleraren en advocaten. VAAN meent dat in het kabinetsvoorstel Werk en zekerheid, dat beoogt ontslagprocedures te verkorten, de kantonrechter nog te weinig armslag wordt geboden. In het alternatieve voorstel waren de ontslaggronden daarom iets verruimd. Bovendien wilde de VAAN dat werkgevers en werknemers een betere mogelijkheid zouden krijgen om geschillen eerst buiten de rechter om op te lossen.

Asscher verzet zich tegen een verruiming van ontslaggronden. Dat zou voor werkgevers geen stimulans zijn om zorgvuldig te handelen bij een ontslag, aldus Asscher. Volgens de minister leidt het alternatief van VAAN ertoe dat herstel van een dienstbetrekking niet meer mogelijk is, ook als blijkt dat het ontslag van een werknemer niet terecht was. Hij vindt dat onwenselijk.

De fracties van Groen Links en D66 in de Eerste Kamer wilden dat de minister nog eens serieus naar het VAAN-voorstel zou kijken. Vlak voor de stemming dinsdag in de Senaat kwam Asscher met zijn reactie. Enkele uren later nam een ruime meerderheid van de Eerste Kamer het kabinetsvoorstel Werk en Zekerheid alsnog aan.

Het kabinetsvoorstel is een uitvloeisel van het sociaal akkoord tussen werkgevers en vakbeweging. Het bepaalt ook dat arbeidsovereenkomsten voor bepaalde duur na twee jaar omgezet moeten worden in een vast contract.

Maarten Bakker

Advertentie