Advocaten die slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven (EGZ) bijstaan kunnen vanaf september dit jaar een specialisatieopleiding slachtofferadvocatuur volgen. Het Willem Pompe Instituut (Universiteit Utrecht), de Erasmus Universiteit en de beroepsverenigingen LANZS en ASP hebben een specialisatieopleiding samengesteld voor advocaten die zich willen ontwikkelen tot specialist op dit rechtsgebied.

‘Het werd tijd,’ zegt advocaat en LANZS-voorzitter Richard Korver (op foto), die aan de wieg stond van de nieuwe opleiding. ‘Slachtoffers van misdrijven eisen steeds vaker hun rechten op,’ merkt Korver, die onder andere de slachtoffers in de zaak rond Robert M. bijstaat. ‘Het is dan belangrijk dat je als advocaat goede kennis hebt over het werken op het snijvlak van strafrecht en privaatrecht.’

De wens voor een specialisatieopleiding lag lange tijd onder vuur in de beroepsgroep. Slachtoffers horen volgens velen niet thuis in het strafproces en schadevergoedingen kunnen ook via een civiele procedure worden geëist.

De komst van de specialisatieopleiding kwam in een stroomversnelling doordat staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD) de positie van het slachtoffer in het strafproces heeft versterkt. Daarbij eist het ministerie dat advocaten de basisopleiding slachtofferadvocatuur hebben gevolgd als ze recht willen hebben op een rechtsbijstandsvergoeding.

De nieuwe opleiding ‘Bijstand aan EGZ-slachtoffers’ bestaat uit twintig bijeenkomsten. Daarin komen straf- en civielrechtelijke aspecten van de bijstand aan slachtoffers aan bod. Ook wordt er dieper ingegaan op spreekrecht, aansprakelijkheid, schadevergoedingen en psychische problemen bij slachtoffers van ernstige delicten.

Naar schatting staan zo’n vijfhonderd advocaten geregeld slachtoffers van EGZ-misdrijven bij.

Franc de Korte

Advertentie