‘Ik ben kapotgespeeld,’ verzucht boer Wim Folmer tegen de rechter in Amsterdam. Dat is de schuld van ABN AMRO, vindt Folmer. Bij die bank sloot hij in 2006 een renteswap af: een product in combinatie met een lopende lening, waarbij de ondernemer een vaste, hogere rente betaalt om de risico’s van rentestijging af te dekken. Maar toen zijn bedrijf in financieel zwaar weer raakte en hij de swap wilde beëindigen, kreeg hij een forse boete. Folmer moest zijn twee boerderijen verkopen. Nu wil hij het boetebedrag terug: 219.000 euro.
Misschien was het anders gelopen als hij had geweten waar hij aan begon. Maar dat, zegt Folmers advocaat, is nou juist het probleem. De bank heeft nooit iets verteld over een boete bij voortijdige beëindiging.
‘Welke informatie hebt u wél gehad van de bank?’ wil de rechter weten.
Folmer trekt nerveus met de mond. ‘Ik ben het volledig kwijt. Als agrariër werk je met de handen.’
De advocaat van ABN AMRO legt uit hoe het precies is gegaan met deze swap. De eerste ging Folmer aan in mei 2006, maar die is in 2007 beëindigd en vervangen door een nieuwe. Folmer kan zich dus niet verschuilen achter onwetendheid, vindt de advocaat van de bank, want het was al zijn tweede swap, eentje met, zoals dat heet, rentebedenktijd. Dat betekent dat hij er eventueel al in 2015 af zou kunnen.
De rechter zwaait met papieren uit het dossier. ‘En een cancellable swap, wat is dat dan?’
Dat is de Engelse vertaling van een swap met rentebedenktijd, legt de treasury-specialist van de bank uit.
‘En hier is sprake van een callable swap met een swaption’ – de rechter spreidt de armen – ‘nou begrijp ik het helemaal niet meer. Het gekke is: u vertelt mij van alles dat ik niet in deze bevestiging zie staan’.
De advocaat van ABN AMRO ziet het anders. ‘Een swap is geen complex product. Het is materieel een makkelijk te begrijpen product. Niks anders dan het over en weer ruilen van rente, zo ingewikkeld is dat niet.’ De bank heeft Folmer ook correct en voldoende geïnformeerd, vindt hij. Hij wijst op de bevestigingsbrief. ‘Als je een swap beëindigt, kun je te maken krijgen met een afkoopsom, dat staat erin.’ Van een klant in een adviesrelatie,’ betoogt de advocaat verder, ‘mag worden verwacht dat hij de informatie bestudeert en zelf vragen stelt als er onduidelijkheden zijn.’
‘Als hij het niet begrijpt, moet hij het maar vragen,’ schimpt de advocaat van Folmer. ‘Ik vind dat zó makkelijk. Als je niet weet wat je moet begrijpen, kun je ook geen vragen stellen.’
Dat gaat de advocaat van de bank weer iets te ver. ‘In al die swap-zaken die nu naar de rechter worden gebracht, wordt geroepen dat de voorlichting onvoldoende was. Maar er wordt nooit bij gezegd wat er dan gezegd had moeten worden wat al niet gezegd was.’
De rechter tast af of de partijen er met elkaar uit willen komen. Die reageren zuinigjes. Kan de rechter misschien zeggen wat ze ervan vindt?
‘Ik zal een tipje van de sluier oplichten,’ zegt de rechter. ‘Ik vind de informatie van de bank wel heel dun, en ik neig ernaar dat dit enige consequentie moet hebben.’
Dat helpt. De advocaten spreken af dat ze in gesprek gaan over een schikking en de rechter na vier weken de uitkomst zullen berichten.
‘Nog vier weken,’ verzucht Folmer.
Meer weten? Lees een langere versie van dit rechtbankverslag op www.advocatenblad.nl.