Mr. X zocht op de grond van zijn auto naar zijn mobieltje toen hij rond het middaguur een oude dame in een rolstoel en haar kleinzoon op een zebrapad aanreed. Hij reed door. Hij had die nacht meer dan drie flessen wijn op, en die ochtend ook zo het een en ander, wist hij later nog wel te vertellen.

Het voorval kwam hem bij het Gerechtshof in Arnhem onder meer op vijftien maanden gevangenisstraf (waarvan vijf voorwaardelijk)  te staan.

Zijn advocatenstage werd geschorst, mr. X ging in therapie en in cassatie, en nu wil hij graag weer aan de slag. Maar de deken komt met een klacht. Het gebruik van alcohol ‘met negatieve gevolgen voor de praktijkvoering’ is onwenselijk, had de raad van discipline in Amsterdam al eens bepaald. En ook de tuchtrechter in Arnhem/Leeuwarden laat in deze zaak behoorlijk meewegen dat de strafbare feiten in de privé-sfeer zijn begaan – maar stelt wel vast dat het ‘niet was zoals een zorgvuldig advocaat betaamt’. Verder was mr. X nog in overtreding door tijdens de geschorste stage geen opleidingspunten te halen, geen kantoor te houden en geen beroepsaansprakelijkheidsverzekering te hebben.

Mr. X had aannemelijk gemaakt dat hij zijn problemen zeer serieus aanpakte en dat hij zijn verslaving wel te boven zou komen. Al met al vindt de tuchtrechter een voorwaardelijke schorsing van een jaar, met driemaandelijkse bevestiging van een arts dat hij droog staat, een afdoende maatregel. Zo van een afstandje lijkt het of mr. X er tuchtrechtelijk wat gemakkelijk af komt. Moeten de problemen niet op zijn minst zijn opgelost voordat hij weer aan de slag kan? Anderzijds: het werk van de strafrechter moet de tuchtrechter natuurlijk niet over gaan doen. De appeltermijn loopt een dezer dagen af.

Trudeke Sillevis Smitt

Advertentie