Michiel Odink is managing partner van Osborne Clarke in Amsterdam, een nieuwe dochter van het advocatenkantoor dat wereldwijd zijn vleugels uitslaat. Odink gaat de Nederlandse markt op voor de Engelsen.

Het waait stevig aan de oevers van het IJ. Odink slentert naar zijn nieuwe kantoor vlak achter het nieuwe Paleis van Justitie in Amsterdam. Hij zit bewust niet op de Zuidas, want de jonge honden van Osborne Clarke willen het anders doen. Met aanstekelijk enthousiasme, en soms wat gemeenplaatsen, vertelt hij hoe. Woorden als alternatieve fee-arrangements, sectorfocus, responsiveness, commercieel, internationaal, digital business, fast growers, teamwork, work-life balance liggen bij Odink voor in de mond. Hij werkt duidelijk al heel zijn carrière in een internationale context. Zo zat hij als foreign attorney een jaar in Silicon Valley bij Fenwick & West, uitgezonden door Allen & Overy. Odink wijst naar zijn nieuwe werkplek: ‘We hebben de bovenste twee verdiepingen, met fantastisch uitzicht over het IJ.’ Die verdiepingen moeten in 2016 vol zitten, dan werken er veertig advocaten.
    Osborne Clarke is het eerste van meer Engelse kantoren die binnenkort de Noordzee oversteken. Recent polsten liefst drie Engelse kantoren hem voor een overstap. ‘Er volgen er dus snel nog een paar.’ Odink en zijn kersverse collega’s krijgen vanaf de eerste dag werk doorgespeeld via Osborne Clarke-vestigingen. ‘Ze besteedden al langer veel werk uit aan Nederlandse kantoren. Daarom wilden ze een Amsterdamse vestiging. Er is werk genoeg, ik zie dagelijks bedrijven die naar Nederland komen en spreek veel Nederlandse
cliënten die de grens over willen.’ Odink stapte samen met Jeroen Bedaux en een aantal medewerkers over van Baker & McKenzie, waar ze respectievelijk intellectueel eigendom- en litigation-partner waren. Het avontuur van een ‘eigen’ start-up lonkte, en de andere manier van werken van Osborne Clarke. Dat lijkt niet enorm, maar Odink ziet grote verschillen: ‘Onze teams zijn uitsluitend samengesteld rondom sectoren als financial services, digital business, retail, real estate en infrastructure. Daarin zitten dan bijvoorbeeld een vastgoedadvocaat, een ondernemingsrechtadvocaat en een IP-expert. Er bestaan geen practice-groups rondom een rechtsgebied, zoals bij de meeste andere kantoren.’ De andere benadering blijkt ook uit alternatieve tariefstructuren, vertelt hij strijdlustig. ‘Ik heb ook niet bedacht dat je per zes minuten wordt betaald als advocaat. Wij gaan dat anders doen. We bespreken het liefst met cliënten het budget voor juridische dienstverlening voor een heel jaar. Als er bijvoorbeeld een hoog budget is voor een overname, maar geen geld voor de herziening van enkele contracten, doen we dat voor hetzelfde vaste budget. Dan wordt de overname voor een reële prijs gedaan en worden ook die contracten herzien.’
Odink heeft duidelijke ideeën over juridische dienstverlening. Hij springt op het smalle fietspad opzij voor een Amsterdamse fietser en ontvouwt zijn visie: ‘Een goede advocaat durft te adviseren, die neemt de cliënt bij de hand en zegt: “We gaan linksaf”. Als je thuis bent in hun branche, kun je al met een oplossing komen voordat ze iets als een juridisch probleem zien.’ Zijn ervaring is dat cliënten snel antwoord willen op hun vragen. Hij noemt dat responsiveness. ‘Je hoeft niet direct een oplossing te bieden, maar beloof duidelijk wanneer je die wel hebt.’ In Silicon Valley leerde hij hoe de commerciële advocatuur werkt. ‘Advocaten hier zitten op hun eigen juridische eilandje. Daar hebben advocaten vaak ervaring in het bedrijfsleven en is het gebruikelijk dat ze aandelen kopen in hun cliënten. Het biedt cliënten toegang tot hoogwaardige juridische dienstverlening waar ze het budget nog niet voor hebben. Bedrijven als Apple en Facebook hadden daar in hun begintijd veel baat bij.’
    Op verzoek van de fotograaf neemt Odink de pont naar Noord, wat mooie vergezichten moet opleveren. Terwijl drommen passagiers de pont afgaan, licht hij onverstoorbaar een verschil toe tussen zijn nieuwe kantoor en ‘de anderen’: Osborne Clarke is een relatiekantoor. De tegenwerping dat elk kantoor zich zo presenteert, is aan hem niet besteed. ‘Het is anders dan een transactiekantoor dat voor de ‘big ticket overnames’ gaat. Wij doen ook het kleinere advieswerk, maken inkoopcontracten en begeleiden fast growers met een vast juridisch dienstenpakket. Daarom willen we tijd offline aan cliënten besteden. Rustig een kop koffie drinken, in een groter team samenwerken als dat nodig is. Het betekent dat we niet zo’n hoge urendruk hebben. We willen op twaalfhonderd tot dertienhonderd uur per jaar uitkomen.’
    Advocaten hoeven Odink niet te bellen voor een baan als ze voor de hoogste winstdeling gaan. ‘Wel als ze kwalitatief hoogwaardig en leuk werk willen en de kans om veel te leren in een internationale context.’ Odink belooft jongere medewerkers dat ze snel partner worden. ‘We gaan ze niet tien of vijftien jaar een worst voorhouden. De partnergroep wordt relatief groot, met een leverage van anderhalf tot maximaal twee.’ Ook dat drukt de winst per partner, maar daar ging het dus niet om, zei hij al.

Wie is Michiel Odink?
Maandelijks haalt het Advocatenblad een frisse neus met een advocaat om al wandelend te praten over werk en leven. Dit keer:

Michiel Odink (1976)
•    2000: afgestudeerd Nederlands recht Universiteit van Amsterdam
•    2001-2010: advocaat Allen & Overy
•    2006-2007: ruim een jaar foreign attorney Fenwick & West, San Francisco
•    2010-2014: partner IP en Media, Baker & McKenzie
•    2014: managing partner Osborne Clarke, Amsterdam
•    Getrouwd, twee kinderen, Amsterdam

Erik Jan Bolsius

Download artikel als PDF

Advertentie