Kamerleden van verschillende oppositiepartijen waarschuwen voor de impact van het plan van minister Ivo Opstelten om het strafvordelijke legaliteitsbeginsel in te perken.
Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) wil met negentien wetsvoorstellen het Wetboek van Strafvordering aanpassen. Zo moet formele wetgeving volgens hem voldoende ruimte bieden aan lagere regelgeving. Kamerleden van verschillende oppositiepartijen reageren voorzichtig op de voorgenomen aanpassing van het Wetboek van Strafvordering. Wel waarschuwen ze voor de vergaande gevolgen van het inperken van het strafvordelijke legaliteitsbeginsel.
‘Op dit soort beginselen moeten we zuinig zijn,’ zegt Tweede Kamerlid Michiel van Nispen (SP). ‘Belangrijke regels voor het strafproces horen in de wet zelf thuis. Het risico van lagere regelgeving is dat er te gemakkelijk van bepaalde waarborgen in het strafproces afstand wordt gedaan om het de opsporing makkelijk te maken. Daar moeten we mee oppassen.’
Magda Berndsen-Jansen (D66) benadrukt dat het strafvorderlijke legaliteitsbeginsel niet voor niets is neergelegd in het eerste artikel van het Wetboek van Strafvordering (‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien’). Het beginsel bewaakt de rechtszekerheid en is daarmee een belangrijk ingrediënt van de democratische rechtsstaat, zegt Berndsen-Jansen. Wel vindt ze het ‘hoog tijd’ voor het moderniseren van het Wetboek van Strafvordering, maar de fundamenten in het wetboek moeten dan wel blijven bestaan.
Ook Peter Oskam (CDA) staat niet negatief tegenover moderniseren. Maar hij maakt daarbij een kanttekening. ‘Modernisering is geen doel op zich. De aangekondigde wetsvoorstellen dienen bij te dragen aan een effectievere strafrechtketen, met als hoger doel het veiliger maken van Nederland.’ Hierbij dient volgens hem een balans te zijn tussen enerzijds de opsporingsbelangen van politie en Openbaar Ministerie en anderzijds het respecteren van fundamentele rechtsbeginselen. Liesbeth van Tongeren (GroenLinks) noemt de voorgenomen inperking van het strafvordelijke legaliteitsbeginsel een ‘slecht idee’. In lagere regelgeving als AMvB’s en ministeriële regelingen inspelen op de situatie noemt ze een ‘hele slechte richting om in te slaan.’ In een Contourennota, die waarschijnlijk aan het eind van dit jaar verschijnt, wordt de voorgenomen herziening in grote lijnen bekendgemaakt.
Sabine Droogleever Fortuyn