Goed nieuws is ook nieuws, vooral als je zelf een (kleine) rol speelde in het tot stand komen ervan. Precies een jaar geleden meldde het Advocatenblad dat de ‘equality of arms’ tussen officier van justitie en advocaat in het geding was. Dat had alles te maken met de gedragscodes van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie. Die codes maakten het advocaten lastig om een beroep te doen op de expertise van de aan het NIFP verbonden deskundigen.

Zo verbood een gedragscode aan het NIFP verbonden rapporteurs te voldoen aan ‘verzoeken van verdachte en/of diens advocaat, anders dan door tussenkomst van de rechter-commissaris’. Vervelend, want advocaten kunnen goede gronden hebben om het rapport buiten de rechter-commissaris om te laten opstellen. Minstens zo vervelend was de in een gedragscode opgenomen verplichting voor een advocaat om een rapport in te brengen. De advocaat werd zo de mogelijkheid ontnomen een voor zijn cliënt negatief rapport niet te delen – een flinke beperking bij het uitstippelen van zijn processtrategie. 

Het op papier onafhankelijke NIFP, kortom, mengde zich in de belangen die spelen bij een zaak. Volgens het NIFP zelf hadden advocaten altijd nog de mogelijkheid om buiten het NIFP om te zoeken naar deskundigen. Maar daar waren advocaten het niet mee eens. De zwaargewichten zijn verbonden aan het NIFP, stelden zij. ‘De spoeling wordt zo wel heel erg dun,’ zei de Amsterdamse strafrecht- en tbs-advocaat Jan-Jesse Lieftink. 

Het NIFP kondigde aan ‘het landschap’ toch maar opnieuw te willen verkennen. Zo geschiedde. Het artikel in het Advocatenblad en wenken van advocaten hebben er inmiddels toe geleid dat het beleid goeddeels is aangepast. Medewerkers van het NIFP kunnen ook in opdracht van advocaten rapporteren en advocaten worden niet langer verplicht om een rapport in te brengen. De mogelijkheden van verdachten/tbs-gestelden voor een second opinion zijn daarmee verbeterd en dat is een opsteker.

Ook dit nummer staat in het teken van de deskundige. Op pagina 35 vertellen deskundigen van uiteenlopende disciplines wat ze precies doen en hoe advocaten nog beter van hun expertise kunnen profiteren. En dan is er natuurlijk nog het interview met de vicepresident van de Raad van State Piet Hein Donner. Gezien zijn staat van dienst mag hij gerust als deskundige worden opgevoerd; op het terrein van de rechtsstaat welteverstaan. 

In dit blad neemt ook een deskundige afscheid. Dolph Stuyling de Lange heeft zijn laatste column voor het Advocatenblad geschreven. Jarenlang adviseerde hij over de bedrijfsmatige kant van de advocatuur in de hoop dat advocaten beter inzagen dat zij niet alleen advocaat, maar ook ondernemer zijn. ‘Er moet gewoon omzet worden gedraaid.’ De redactie dankt hem voor zijn jarenlange inzet voor dit blad en zal zijn leerzame wenken missen.

 

Download artikel als PDF

Advertentie