In mijn columns ging het steeds over de vraag hoe advocaten hun bedrijf beter kunnen organiseren. Veel advocaten hebben voor die bedrijfsmatige kant maar weinig belangstelling: ze houden zich liever bezig met de juridische problemen van hun cliënten dan met strategie, financiën, marketing, personeelswerk en dat soort dingen. Af en toe kreeg ik wel als reactie: ‘Ja, maar wij zijn ook advocaat, geen ondernemer.’

Is een advocaat nu een beroepsbeoefenaar of een ondernemer? In het ‘oude’ denken gaat men uit van tegenstellingen: ‘óf-óf.’ In de natuurkunde heeft men al geruime tijd geleden ontdekt dat zo’n simpele voorstelling van zaken alleen opgaat voor simpele dingen. In de grotere realiteit leerde de kwantumfysica dat het vaak ‘én-én’ is. Iets kon tegelijkertijd de eigenschappen van een deeltje en van een golf hebben of op twee plaatsen tegelijk zijn. Het is nuttig die ruimere kijk op de realiteit ook naar de advocatuur over te brengen: ja, een advocaat beoefent een beroep – Gedragsregels, roeping en het functioneren binnen het grotere geheel van de rechtsstaat brengen extra verantwoordelijkheden en eisen met zich mee. Maar ook: ja, een advocaat is een ondernemer. Er moet gewoon omzet worden gedraaid en het eigen kantoor is een bedrijf. En in sommige gevallen best een behoorlijk bedrijf. Met twintig advocaten heb je al snel zo’n man of veertig die met partners en kin-deren leven van de opbrengsten van dat bedrijf.

In de loop van enkele jaren heb ik over de meeste onderwerpen die de bedrijfskant van een advocatenkantoor betreffen meerdere columns geschreven. De vragen die opkomen zijn zeer divers. Op zich rechtvaardigt het belang van het onderwerp, en de rijkdom aan dilemma’s dan ook voortgezette aandacht. Maar ik heb de dingen die ik wilde zeggen inmiddels wel vastgelegd en mijn belangstelling is inmiddels verschoven in een filosofische en spirituele richting. Ik heb over dat laatste ook weleens geschreven, bijvoorbeeld over het belang om bedrijfszaken niet alleen technisch goed te doen, maar ook met aandacht en liefde. Of over de gedachte dat advocaten bij uitstek geschikt zijn om te werken aan hun eigen verlichting (Gandhi en Mandela waren ook advocaten). Maar daarvoor had ik niet deze column gekregen – in beginsel moet die gewoon gaan over de vraag hoe een advocaat zijn bedrijf beter kan organiseren. Dus is het tijd om met deze column te stoppen.

Zonder een gezond bedrijf geen advocatuur. En een goed lopend bedrijf is voor allen die daarin werken een bron van plezier. Dus ik wens alle advocaten een goede bedrijfsvoering toe alsook verstandige adviezen daarover.

Download artikel als PDF

Advertentie