Achteraf gezien hebben ze bij het Hof van Discipline een tikkeltje spijt dat ze Theo Hiddema in 2011 zo stevig hebben aangepakt, zo lijkt het. Hiddema werd toen twee weken geschorst, omdat hij een ex-strafcliënt in de pers onder meer had uitgemaakt voor ‘onbetrouwbaar sujet’ en belastende informatie (deels per ongeluk) aan de pers gestuurd.
Juist in de bedreigende situatie van een strafzaak moet een (ex-)cliënt kunnen rekenen op de discretie en de loyaliteit van zijn advocaat, zei het Hof toen. Er kwam nog een tuchtzaak tegen Hiddema, aangespannen door dezelfde ex-cliënt. En uit de uitspraak in die nieuwe zaak blijkt dat de beeldvorming bij het Hof van Discipline intussen behoorlijk is gekanteld.
In deze uitspraak zegt het Hof dat het erop lijkt dat Hiddema gelijk had dat die klagende (ex-) strafklant niet recht door zee was. En dat hij een ‘campagne’ tegen Hiddema was gaan voeren door ‘tuchtrechtelijke, civielrechtelijke en strafrechtelijke initatieven’ te ontplooien en door de pers te voeden met beschadigende informatie. De ex-cliënt had blijkbaar last van animositeit tegenover Hiddema, en die was door Hiddema met gelijke munt betaald.
Wat het Hof in de eerdere zaak over loyaliteit en zo had overwogen, geldt volgens het Hof voor het ‘normaaltype’ van de verhouding raadsman/cliënt in strafzaken. Maar van dat ‘normaaltype’ was, naar dus achteraf was gebleken, van meet af aan tussen Hiddema en de klager geen sprake geweest. ‘Ook al verkeerde klager, als aangehouden verdachte, in een voor hem bedreigende situatie en ook al had hij zelf verweerder als raadsman gekozen, toch heeft hij verweerder van meet af aan gewantrouwd, ofschoon van goede grond voor wantrouwen niet is gebleken.’
Maar het Hof ziet nog wel een relevant verschil tussen de oude en de nieuwe klachten. Hiddema had zich in die eerdere zaak uitgelaten over feiten die hem in het kader van de strafzaak van de ex-cliënt waren toevertrouwd, en daarvan was in de onderhavige zaak geen sprake. De nieuwe klachten zijn ongegrond.
Trudeke Sillevis Smitt