AFWIKKELING MASSASCHADE
STATUS Eenieder kan tot 1 oktober 2014 via internetconsultatie.nl reageren op het concept-wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de afwikkeling van massaschade in een collectieve actie mogelijk te maken.
INHOUD Het wetsvoorstel schaft het bestaande verbod op het vorderen van collectieve schadevergoeding in geld af en introduceert een stapsgewijze collectieve schadevergoedingsprocedure voor representatieve belangenorganisaties. Dit ter uitvoering van de motie-Dijksma. De procedure is erop gericht om, onder regie van de rechter, tot een collectieve vaststellingsovereenkomst te komen. Met de huidige collectieve actie van artikel 3:305a BW kan men slechts een verklaring voor recht krijgen. Daarnaast biedt artikel 7:907 BW de mogelijkheid om een tussen partijen getroffen regeling algemeen verbindend te verklaren. Het wetsvoorstel voorziet in de ontbrekende ‘stok achter de deur’ voor de aansprakelijke partij om verder in onderhandeling te treden na beëindiging van de collectieve actie.
IN WERKING Beoogd in 2016.

BUITENGERECHTELIJK DWANGAKKOORD
STATUS Eenieder kan tot 14 november 2014 via internetconsultatie.nl reageren op het concept-wetsvoorstel tot wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid tot het algemeen verbindend verklaren van een buiten faillissement gesloten akkoord ter herstructurering van de schulden (Wet continuïteit ondernemingen II).
INHOUD Invoering van een regeling voor de totstandkoming van een dwangakkoord buiten faillissement. Het voorstel beoogt het proces van herstructurering van problematische schulden bij ondernemingen buiten faillissement te flexibiliseren, te bespoedigen en met zo min mogelijk formaliteiten, kosten en onzekerheden gepaard te doen gaan. De herstructurering van problematische schulden kan straks plaatsvinden op basis van een akkoord tussen de onderneming en haar schuldeisers en aandeelhouders. Als dat akkoord door de meerderheid van de schuldeisers en aandeelhouders wordt ondersteund, kunnen schuldeisers en aandeelhouders die zich er op onredelijke gronden tegen verzetten tot medewerking worden gedwongen door een algemeenverbindendverklaring door de rechter.
Het voorstel is onderdeel van het wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht, dat diverse wetsvoorstellen bevat om het reorganiserend vermogen van bedrijven te versterken (Kamerstukken II 2012-13, 29 911, nr. 74). Zo is het Wetsvoorstel herziening strafbaarstelling faillissementsfraude (33 994) op 18 juli 2014 ingediend bij de Tweede Kamer en het Wetsvoorstel civielrechtelijk bestuursverbod (34 011) op 1 september 2014. Het Wetsvoorstel continuïteit ondernemingen I (beoogd curator) ligt voor advies bij de Raad van State; het formaliseert het recent veelbesproken fenomeen ‘pre-pack‘: aanwijzing door de rechtbank van een ‘stille bewindvoerder’. Aangekondigd is verder een Wetsvoorstel continuïteit ondernemingen III, met maatregelen om een onderneming in faillissement te kunnen voortzetten, zoals een doorleveringsverplichting voor leveranciers van essentiële goederen en diensten; een (concept-)tekst is nog niet bekend.
IN WERKING Beoogd in 2016.

ARBITRAGE
STATUS Wet van 2 juni 2014 (Stb. 200) tot wijziging van Boek 3, Boek 6 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en het Vierde Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de modernisering van het arbitragerecht. De Eerste Kamer heeft in mei ingestemd met wetsvoorstel 33 611.
INHOUD De regels voor arbitrage worden gemoderniseerd. Straks kan gebruik worden gemaakt van elektronische middelen, zoals het versturen van processtukken per e-mail. Ook is de deponering van een vonnis bij de rechtbank niet meer verplicht. De procedure tot vernietiging van een arbitraal vonnis wordt teruggebracht tot een rechtsgang in één instantie, namelijk bij het gerechtshof. Daarnaast kunnen partijen zelf afspraken maken voor hun arbitrageprocedure, bijvoorbeeld voor de bewijsvoering en het hoger beroep. Een geschil tussen een consument en een ondernemer kan niet zomaar door arbitrage worden beslecht: de consument krijgt een maand bedenktijd om te kiezen tussen arbitrage en de gewone rechter. De modernisering is onderdeel van de Innovatieagenda rechtsbestel van het kabinet.
IN WERKING 1 januari 2015.

Marian Verburgh

Download artikel als PDF

Advertentie