President Santos zal na zijn herverkiezing de vredesbesprekingen met FARC voortzetten. Zaken tegen militairen die zich misdroegen dreigen onder het tapijt te worden geveegd.
Goede bedoelingen te over die weinig uithalen door een cultuur van straffeloosheid en een gebrek aan medewerking door de Columbiaanse staat. Veel meer kunnen de Nederlandse leden van de vierde Caravana Internacional de Juristas er niet van maken. In augustus reisden advocaten Harald Wiersema en Wout Albers (voor L4L) en rechters Annemarie Smit en Peter Ingelse (voor Rechters voor Rechters) naar Colombia, als onderdeel van een groep van zeventig juristen uit de hele wereld. Sinds de vorige Caravana in 2012 is er weinig veranderd, constateren ze. Mensenrechtenadvocaten worden vereenzelvigd met hun cliënt en bedreigd of vermoord, rechters worden publiekelijk beschimpt of zelfs vervolgd als ze politiek onwelgevallige beslissingen nemen. ‘Men beschouwt de politiek als belangrijker dan de rechtsstaat,’ zegt advocaat Wout Albers.
De delegatie sprak onder andere met de Fiscalia, het Colombiaanse Openbaar Ministerie. ‘Ze hebben heel veel in beschermingsmaatregelen als kogelvrije vesten en gepantserde auto’s geïnvesteerd. Elke bedreiging wordt op z’n merites beoordeeld, verzekert men ons. Maar tegen de boevenbendes die voortkomen uit de vroegere paramilitairen wordt niet opgetreden. Preventief gebeurt er bijzonder weinig.’
De strijd in Colombia is het langst durende interne gewapende conflict ter wereld. In de afgelopen vijftig jaar bevochten de neo-marxistisch-leninistische rebellenbeweging FARC, het leger, groepen paramilitairen en drugskartels elkaar onafgebroken. Onder de vorige president Álvaro Uribe werd FARC gedecimeerd. Zijn opvolger Juan Manuel Santos begon twee jaar geleden vredesonderhandelingen met de overgebleven FARC-guerrilla’s en werd onlangs herkozen. In het demobilisatieproces, dat in 2006 begon, werd afgesproken dat ook de paramilitairen hun wapens zouden inleveren. ‘Maar de bedreigingen en het moorden gaan gewoon door, vertellen mensen ons. En de staat doet alsof het probleem is opgelost,’ zegt Albers.
Volgens Colombiaanse mensenrechtenorganisaties hebben de para’s hun werkterrein voornamelijk verlegd. ‘Wat we veel horen is dat paramilitairen worden ingehuurd om mensen te verdrijven van hun land, waarna een grote multinational zich er vestigt. Of die bedrijven de paramilitairen zelf inhuren weten we niet. Maar ze profiteren er wel van.’
Met de guerrilla’s die de wapens neerleggen wordt onderhandeld, zodat het risico is dat ze vrijuit gaan, en ook de meeste zaken tegen paramilitairen werden in 2006 kwijtgescholden. Maar ook het leger maakte vuile handen, zegt advocaat Wout Albers. ‘Veel zaken tegen militairen en paramilitairen waarbij voldoende bewijzen zijn worden onder het tapijt geveegd, vertellen mensenrechtenadvocaten ons. Die straffeloosheid zien zij als de grootste bedreiging van het vredesproces.’
Tatiana Scheltema