VVD-kamerleden Van Oosten en Van der Steur hebben Kamervragen gesteld over de oproep van de Rechtspraak om een commercial court in te stellen. Van hun partijgenoot minister Opstelten van Veiligheid en Justitie willen de Kamerleden onder meer weten wat hij van dit plan vindt en wat de vervolgstappen zullen zijn.
Tijdens de Dag voor de Rechtspraak lanceerde Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, het idee voor een ‘commercial court’. Deze in te stellen handelsrechtbank zou grote en internationale handelsgeschillen snel kunnen afdoen. Bakker riep de advocatuur, overheid en het bedrijfsleven op dit initiatief ‘voluit te steunen’.
Van Oosten en Van der Steur willen nu van minister Opstelten weten in hoeverre hij denkt dat het vestigings- en ondernemingsklimaat in Nederland hiermee verstekt kan worden. Ook zijn de Kamerleden benieuwd naar ervaringen in het buitenland met dergelijke commercial courts. Een vraag is daarnaast hoe de minister de stelling beoordeelt dat handelsconflicten bij deze nieuwe rechtbank binnen een paar maanden zouden kunnen worden afgedaan, zodat procespartijen erop kunnen vertrouwen dat geschillen snel en deskundig worden opgelost.
Net als bij arbitrage zouden procespartijen kunnen kiezen voor rechters op basis van hun specifieke expertise; Van Oosten en Van der Steur vragen Opstelten of hij dat wenselijk acht. Natuurlijk zijn de parlementariers ook benieuwd naar de eventuele kosten van het plan en willen ze weten welke stappen de minister al gezet heeft naar aanleiding van het pleidooi van Bakker.
Van Oosten en Van der Steur stelden hun vragen mede naar aanleiding van het artikel ‘Rechtspraak wil commercial court‘ in het oktobernummer van het Advocatenblad.
Nathalie Gloudemans-Voogd