De zitting in het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam in de Zwarte Pieten-zaak op 16 oktober leek meer op een mondeling tentamen staats- en bestuursrecht. De gemachtigden moesten onder andere beantwoorden wat het begrip ‘openbare orde’ inhoudt. Op 12 november a.s. deelt de Afdeling Bestuursrechtspraak de cijfers uit.
Voor de 75e intocht van Sinterklaas in Amsterdam verleende de burgemeester een vergunning, waarop 21 beroepschriften binnenkwamen. Burgemeester Van der Laan verklaarde deze alle ongegrond, waarop 21 mensen in beroep gingen bij de rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2014:3888). Volgens de rechtbank had Van der Laan artikel 8 EVRM bij zijn beoordeling moeten betrekken. De burgemeester van Amsterdam stelde hoger beroep in tegen die uitspraak, net als de Stichting Pietengilde als belanghebbende. Daarnaast stelden enkele verweerders incidenteel hoger beroep in (Jong Loy e.a.) Onder grote belangstelling van het publiek en de pers was vandaag de zitting in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De zitting verwordt al snel tot een mondeling examen staats- en bestuursrecht. De gemachtigden mogen om beurten het antwoord geven op de vraag: ‘Wat houdt het openbare orde-begrip in de APV in en hoe verhoudt zich dat tot het openbare orde-begrip in de gemeentewet?’ Daarna volgt een constitutionele kwestie: in hoeverre moet de burgemeester bij zijn beoordeling inhoudelijke, morele kwesties meenemen? Vooraf wordt als derde kernthema aangekondigd: ‘Als de burgemeester een inhoudelijke beoordeling moet geven, hoe moet die dan uitvallen?’ Voor deze laatste vraag is weinig ruimte. De zitting concentreert zich vooral op de vraag hoe eng het begrip openbare orde uitgelegd moet worden en in hoeverre de burgemeester ook een zedenmeester moet zijn.
De staatsraden laten op 12 november a.s. weten wat de juiste antwoorden zijn. Vooruitlopend op de uitspraak is in het komende nummer van Advocatenblad aandacht voor deze en andere hete vuren waar Sint en Piet door de eeuwen heen voor stonden.
Nathalie Gloudemans-Voogd