Civiele en bestuursrechtadvocaten die werken op basis van toevoeging vragen minder vaak extra uren aan bij bewerkelijke zaken. Zij signaleren dat hun aanvragen steevast worden afgewezen. Eén advocate kreeg te horen dat de Raad voor Rechtsbijstand niet meer zou kijken naar uitsluitend feitelijke complexiteit bij de aanvraag voor een bewerkelijke zaak, maar dat klopt volgens de Raad niet.
Als een toevoegingsdossier meer tijd kost dan vooraf begroot, kan een rechtsbijstandverlener een aanvraag indienen voor extra uren. De Raad voor Rechtsbijstand kan instemmen met de aanvraag als het bestuur van de Raad van oordeel is dat de rechtsbijstand doelmatig is verleend. Daartoe is een Leidraad bewerkelijke zaken opgesteld; de Raad kan extra uren toekennen als de zaak feitelijk of juridisch gecompliceerd is.
‘Van veel advocaten hoor ik dat ze, doordat ze doorgaans afwijzingen krijgen, zo ontmoedigd zijn dat ze het niet eens meer proberen om extra uren aan te vragen,’ zegt Dianne Abeln, penningmeester van de Vereniging van Letselschade Advocaten (LSA). ‘Niet alleen op het gebied van letselschade, maar ook op andere rechtsgebieden hoor ik deze geluiden, strafrecht uitgezonderd.’ Ook Hein Vogel, voorzitter van de Vereniging van Sociale Advocatuur Nederland (VSAN) ziet in het strafrecht nog wel vaak goedgekeurde aanvragen. ‘Maar in het strafrecht, met een dagvaarding en dossier van een overheidsorgaan, is het misschien makkelijker toetsbaar dan in bijvoorbeeld een echtscheidingszaak.’
Advocate Saskia Kool ziet steeds grotere drempels voor het verkrijgen van extra uren in haar letselschadepraktijk: ‘In een feitelijk zeer complexe zaak diende ik bijvoorbeeld een verzoek om extra uren in. Dat werd afgewezen, net als mijn bezwaar. Een medewerkster van de Raad voor Rechtsbijstand bevestigde zelfs dat in de praktijk geen extra uren meer worden verstrekt als er sprake is van uitsluitend feitelijke complexiteit. Ik vind dat zeer verontrustend.’ Volgens een woordvoerder van de Raad voor Rechtsbijstand klopt deze bewering niet: ‘Dat is niet in overeenstemming met het beleid van de Raad. De Raad houdt in de beoordeling van een verzoek voor extra uren weldegelijk rekening met de feitelijke complexiteit.’
Cijfers over de afgelopen jaren laten zien dat extra uren vooral worden toegekend in strafzaken, inclusief rechtsbijstand aan slachtoffers, erkent de Raad. ‘Toch is het totaal aan uitgaven voor extra uren in civiele en bestuursrechtelijke zaken nog altijd zeer substantieel.’ In 2013 ging 91 procent van de zogeheten EXU-uitgaven naar strafrechtzaken. Slechts 9 procent van de ruim 50,5 miljoen euro aan uitgaven in bewerkelijke zaken was bestemd voor andere rechtsgebieden dan strafrecht.
Berekening van de cijfers laat bovendien zien dat de uitgaven voor civiel recht en bestuursrecht in 2013 zijn gestegen ten opzichte van 2011, maar gedaald vergeleken met 2012. ‘Het is niet duidelijk wat de oorzaak daarvan is,’ laat de woordvoerder weten. De cijfers over 2014 zijn nog niet bekend, maar liggen mogelijk nog lager. Per 1 oktober 2013 is een extra eigen bedrage verschuldigd als om extra uren wordt verzocht in zaken van rechtzoekenden aan wie eerder een eigen bijdrage is opgelegd. Ook dit kan een drempel zijn in de aanvraag van extra uren.
Nathalie Gloudemans-Voogd