In drie van de zes proefprojecten werd de rol van poortwachter vervuld door advocaten, en in de andere drie door medewerkers van het juridisch loket die geen advocaat zijn. De laatste groep wist 39 procent van de zaken zonder toevoeging af te handelen, en realiseerde de grootste kostenbesparing. De advocaten die waren ingeschakeld als poortwachter handelde 23 procent van de hulpverzoeken af zonder een toevoeging te verlenen.
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD) wil met de inrichting van de eerstelijns rechtsbijstand het beroep op de advocatuur terugdringen. Op die manier hoopt hij een deel van de bezuinigingen van 85 miljoen euro op de gesubsidieerde rechtsbijstand te realiseren. De zogenaamde poortwachters moeten ervoor zorgen dat meer geschillen buiten de rechtszaal en zonder toevoeging van een advocaat worden afgedaan. Teeven heeft met zes ‘pilots’ laten onderzoeken of er voor de advocatuur een rol is weggelegd als poortwachter. ‘Het op kwalitatief adequate wijze verlenen van eerstelijns rechtsbijstand vraagt niet om competenties die exclusief zijn voorbehouden aan de advocatuur’, schrijft hij nu aan de Tweede Kamer.
Teeven heeft de Tweede Kamer laten weten het niet nodig te vinden om advocaten in te schakelen als poortwachter in de eerstelijns rechtsbijstand. De bewindsman trekt uit zes ‘pilots’ de conclusie dat juridische medewerkers deze rol kunnen vervullen ook als ze geen advocaat zijn. Deze medewerkers mogen in het nieuwe stelsel van rechtsbijstand bepalen of een toevoeging van een advocaat nog wel nodig is.
De staatssecretaris schrijft in zijn conceptwetsvoorstel dat er toch nog wel een rol voor de advocatuur blijft weggelegd in de eerstelijns rechtsbijstand als een soort vraagbaak. Nu al zijn er juridische loketten die een hulplijn met een advocaat onderhouden. Ook zou de eerstelijns rechtsbijstand juridische kennis kunnen inkopen bij de advocatuur.
Maarten Bakker