Na je ontslag heerlijk in Frankrijk gaan wonen, terwijl je ontslagvergoeding fiscaalvriendelijk in je stamrecht-bv is opgeborgen. De cliënt van mr. X deed het, maar moest jaren later tot zijn schrik constateren dat die stamrecht-bv door een foutje van de accountant ter ziele was gegaan. Een forse fiscale claim lag op de loer.
Mr. X deed een voorstel: de rechtbank verzoeken het vermogen in een nieuwe bv onder te brengen op grond van artikel 2:4 lid 5 BW, en aan het eind van de rit de fiscus op de hoogte brengen. Aldus zou geschieden, maar klager vroeg toch voor de zekerheid zelf maar vast aan de belastinginspecteur wat die ervan dacht, ter ondersteuning van het verzoek aan de rechtbank. En toen ter zitting van de rechtbank bleek dat dat artikel 2:4 was bedoeld voor fouten bij de oprichting van een bv, waarvan in dit geval geen sprake was, besloot de cliënt het verzoekschrift in te trekken – hoewel mr. X hem dat ontraadde. Kort daarop bereikte de cliënt overeenstemming met de fiscus: de ontslagvergoeding mocht zonder fiscale perikelen naar een nieuwe stamrecht-bv worden overgeheveld.
Ook slechte raad kan soms duur zijn; mr. X wilde toch nog wel graag betaling van de laatste openstaande declaratie. Maar toen wilde de cliënt toch wel graag eens horen wat de tuchtrechter van dit alles vond. Mr. X stelde dat hij zijn cliënt op de risico’s had gewezen, maar kon dat niet hardmaken. De zaak leek vooral goed te zijn afgelopen omdat de cliënt het stappenplan van mr. X had verlaten. En dan onverminderd aanspraak maken op betaling van de declaratie: dat was onbetamelijk. Mr. X is door het Hof van Discipline gewaarschuwd.
Trudeke Sillevis Smitt