Soms schiet een bal prachtig in de kruising en kan voetbalminnend Nederland tevreden in de stoel terugveren. Die sensatie moesten we missen bij de afgelopen kwalificatieronden. Maar vorige week speelde ik mijn eigen interland: ik bezocht als president of the Ne-therlands Bar de annual conference van de International Bar Association (IBA) in Tokio. In het land waar waardigheid zo’n belangrijke rol speelt, opende minister-president Abe in aanwezigheid van het keizerlijk echtpaar de conferentie. Zo’n zesduizend advocaten van Argentinië tot Zimbabwe waren vertegenwoordigd en spraken over de ontwikkelingen binnen ieders jurisdictie. Tijdens de vele bilaterale besprekingen werd mij gevraagd naar de ontwikkelingen in Nederland. Bij eerdere ontmoetingen had ik mijn zorg en ergernis geuit over het toentertijd op tafel liggende wetsvoorstel over staatstoezicht. Het is heel plezierig om alle geïnteresseerden in Tokio te kunnen melden dat het wetsvoorstel de goede kant is opgedraaid en er inmiddels een wet in het Staatsblad (Wet van 1 oktober tot aanpassing van de Advocatenwet, Stb. 2014, 354) staat, die de Orde principieel juist en goed uitvoerbaar acht.

Maar is mijn dekenaat nu zorgeloos geworden? Onderdeel van het informele IBA-programma is een door de Orde georganiseerde receptie bij de Nederlandse ambassade ter plekke voor Nederlandse congresbezoekers. Op een groene heuvel waar vroeger goed zicht bestond op de binnenvarende handelsvloot, staat nu de fraai gerenoveerde ambassade. Dutch design is aanwezig, maar ook oude meesterwerken van Van Wou en Maris sieren de ‘publieke’ vertrekken. In die stijlvolle ambiance hield ik de aanwezigen en bevriende collega’s mijn zorg voor: de toegang tot de rechtsstaat op de helling door bezuinigingen op de gefinancierde rechtsbijstand. Nu kunt u zich afvragen waarom ik juist voor dit gehoor – advocaten die voor zakelijke doeleinden naar Tokio afreizen, veelal op een vliegtuigstoel die het maandsalaris van een advocaat die op basis van toevoeging werkt, overschrijdt – mijn zorg uitte. Dat heeft te maken met de rechterbovenhoek. Een deel van de balie, ik noem dat nu even de rechterbovenhoek, realiseert zich niet altijd de sores van de ‘linkeronderkant’. Terwijl juist ook steun vanuit die rechterbovenhoek zo ontzettend belangrijk kan zijn. In Japan lossen ze dat op door elke advocaat boven zijn verplichte lidmaatschapsbijdrage een extra fee in rekening te brengen. Het gaat daar om een kleine 40 euro die met 35.000 advocaten een schamele 1,3 miljoen oplevert voor een legal aid fund. Niet alleen zet een dergelijk bedrag op een begroting waar met 85 miljoen euro op rechtsbijstand wordt gekort, geen zoden aan de dijk, bovenal laat een zorg over de toegang tot het recht zich niet afkopen. Het dient een breed binnen de balie gedragen en gedeelde zorg te zijn. Schoot ik op de ambassade voor open doel? Die vraag laat ik graag ter beantwoording over aan de genodigden.

 

Download artikel als PDF

Advertentie