De digitalisering van de rechtspraak verloopt volgens de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) niet vlekkeloos. Een belangrijke aanbeveling van de parlementaire onderzoekscommissie Elias, die ICT-debacles bij de overheid onderzocht, wordt in de wind geslagen.
Met het project Kwaliteit en Innovatie (KEI) wil het kabinet de rechtspraak van A tot Z digitaliseren. Onlangs had een delegatie van de NOvA een overleg met de Tweede Kamer over dit zogeheten KEI-project. In een gespreksnotitie voor de Kamer schrijft de Orde dat er in de plannen voor de digitalisering van de rechtspraak geen testcyclus is opgenomen. Dit terwijl de parlementaire onderzoekscommissie Elias dat wel nodig vindt, na de ICT-debacles in de afgelopen jaren bij de overheid.
Verder is volgens de NOvA de wifi-capaciteit in rechtszalen onvoldoende ‘bedrijfszeker’ om rechtszoekenden toegang te bieden tot digitale dossiers. Bovendien zijn er begin dit jaar toezeggingen gedaan over een noodkanaal, maar is nog steeds onduidelijk hoe dat wordt vormgegeven.
Technische specificaties van het digitale systeem zijn evenmin al bekend, zodat softwareontwikkelaars nog geen programma’s kunnen ontwikkelen voor advocatenkantoren. Zonder die software moeten advocaten via een algemene portal inloggen, wat erg omslachtig is.
De NOvA verzet zich tegen het feit dat asieladvocaten als een van de eerste groep advocaten per 1 januari 2016 de overgang moeten maken naar het digitale systeem. De advocaten zijn er volgens de Orde qua technische kennis en financiën onvoldoende op voorbereid. Hun clientèle beschikt ook niet over computers of laptops. ‘Een slechte start kan het draagvlak voor digitalisering onder de hele advocatuur schaden’, schrijft NOvA in haar gespreksnotitie.
Maarten Bakker