Het rechtsstatelijk panorama van 2014 is niet bepaald fraai. De rechtsstassassassination, de sluipmoord op de rechtsstaat in de Nederlandse politiek, gaat onverminderd voort. Het teleurstellend bruisend intellectueel discours van het ministerie van Justitie levert gelukkig langzamerhand een beperkte carrousel van revolutionair engagement op. Met als apotheose de procedure van onder andere de Vereniging van Strafrechtadvocaten tegen de staat wegens het structureel en opzettelijk negeren van Europese Wetgeving inzake privacy. Wat mij betreft wordt 2015 het juridisch ‘gevecht op het strand’. Jammer genoeg zullen de meeste advocaten toeschouwer zijn van die strijd en free rider op de resultaten.

Bovenstaande geldt natuurlijk niet voor u. De kantiaanse filosofe Susan Neiman voerde een aardig gedachte-experiment uit. Stel, een advocaat verweert zich regelmatig in grote bewoordingen tegen de maatregelen van VVD-staatssecretaris Fred Teeven, zoals uitholling van gefinancierde rechtshulp, afschaffing van ne bis in idem enzovoort. Tijdens de jurisprudentielunch, het afdelingsoverleg en op het jaarcongres tegen zijn collega’s fulmineert hij of zij over de ontoelaatbare rechtsongelijkheid. Maar feitelijk doet de advocaat niets. Geen formeel protest, geen activisme, niets op de kantoorwebsite of zelfs niet nadenken over het beëindigen van zijn praktijk. De advocaat heeft de afgelopen decennia namelijk ontzettend hard gewerkt om zijn praktijk op te bouwen, kan en wil zijn cliënten niet laten vallen, heeft een gezin om voor te zorgen, een hypotheek, maatschappelijke status, kortom een comfortabel leven. Kunnen we begrip opbrengen voor zo’n advocaat? Natuurlijk, zegt Immanuel Kant.

Het leven van deze advocaat draait net als de gemiddelde burger om een zekere consumptie van datgene waarop eenvoudige hartstochten zich richten. Men wil graag spullen hebben, vermaakt worden en afgeleid worden van het gevoel van onveiligheid en nare dingen. De meeste mensen willen niet uitgedaagd worden, maar tevreden en gelukkig zijn. In dat geval is volgens Kant voor deze mensen een goedaardige vorm van despotisme de beste regeringsvorm, niet de democratie. De despoot zorgt dat we dit krijgen. Democratie en rechtsstaat daarentegen vergen engagement, activisme en soms verliezen wat je dierbaar is.

In Nederland heeft het kabinet op dit moment de status van de facto goedaardig despoot. Het kabinet heeft te maken met een grotendeels tandeloze advocatuur, marginale journalistiek en een Tweede Kamer waarbij schijn van wettigheid vereist dat procedures worden gevolgd, maar iedereen weet dat het coalitie- en electorale overwegingen zijn die het werkelijke beleid vormen. Ik hoop dat u zich bij de kerstboom straks afvraagt op welk moment u aan de kant van de rechtsstaat gaat staan. Steun daarom de Vereniging van Strafrechtadvocaten, word een kantiaanse held en schreeuw: ‘No pasarán.’ Brood en spelen redden zichzelf namelijk prima.

Download artikel als PDF

Advertentie