Aan het eind van een lange gang op de eerste verdieping van het kantoor van Banning Advocaten in ’s-Hertogenbosch, is de werkkamer van Louis Zonnenberg (61). Een houten boekenkast, een royaal bureau, aan de muur hangen schilderijen met bonte kleuren, vrouwen en vogels, en een familieportret. Een miniatuur Citroën Traction Avant staat op een dressoir. Thuis heeft hij deze ‘trouwauto’ in het groot.
Advocaat worden was een jongensdroom van Zonnenberg. Hij begon zijn carrière bij Banning Advocaten als bestuursrechtsadvocaat, maar al gauw raakte hij geïnteresseerd in het personen- en familierecht. Het plezier waarmee hij zijn werk doet, straalt van zijn gezicht af als hij over zijn vak praat.
U heeft zich gespecialiseerd in het personen- en familierecht. Wat spreekt u daarin aan?
‘Het komt erop aan dat mensen in de moeilijkste tijd van hun leven iemand naast zich hebben die het proces dat er volgt kan maken of breken. Dus het is heel belangrijk om dat vooral goed te maken, te regelen, op te lossen. Het menselijke spreekt me aan. En gaandeweg heb ik gemerkt dat het personen- en familierecht ook heel juridisch is. Je hebt een behoorlijke kennis van het complete burgerlijk recht en van fiscaliteit nodig. En je moet veel van pensioen weten. Ik vind het bovendien nog steeds een uitdaging om naar de rechtbank te gaan, naar hoven of naar een arbitraal college. Dat komt ook allemaal bij het familierecht kijken.’
Wat is volgens u de top vijf van vaardigheden of persoonlijke kenmerken waarin een advocaat op gebied van personen- en familierecht moet uitblinken om goed te zijn?
‘In de eerste plaats moet je inventief zijn. Daarbij moet je de fundamentele bereidheid hebben om een zaak op te lossen. Oplossingen zoeken die haalbaar zijn, die kunnen binnen de marges van de wet, ook fiscaal en waarmee mensen geholpen zijn. Helaas zijn er ook familierechtadvocaten die die fundamentele bereidheid missen. Zij procederen alleen maar en maken mensen eigenlijk heel ongelukkig. Een goed jurist zijn moet je ook. Je moet de regels kennen om te weten wanneer je de regels in bepaalde gevallen los kunt laten. Verder denk ik dat mediation heel belangrijk is binnen ons rechtsgebied. Collaborative Divorce of overlegscheiding is een tweede loot aan de stam. In het familierecht is het vaak het best als partijen zelf oplossingen zoeken en het oordeel niet overlaten aan de rechter. De rechter hakt een knoop door aan de hand van de regels. Of partijen daar blij mee zijn, is maar zeer de vraag. Met mediation of Collaborative Divorce kun je met elkaar, kijkend naar ieders belang, heel goede oplossingen voor alle betrokkenen vinden. Daarbij moet je als advocaat wel in staat zijn om de belangen van partijen te zien en te behartigen. En niet: dit is mijn standpunt en zó zal het gebeuren. Overtuigingskracht is het vijfde punt. Want dat heb je nodig, zowel naar cliënten en de wederpartij toe, als wanneer je naar de rechter gaat.’
Wat ziet u als een groot succes in uw carrière?
‘Met twee kantoorgenoten heb ik onlangs een man bijgestaan in een scheidingszaak. Hij woonde samen met zijn partner. De man was heel rijk geworden vanwege zijn werk op gebied van onroerend goed. De vrouw dacht: het is niet eerlijk, wij zijn niet getrouwd en ik wil eigenlijk ook mijn deel. Ze had de pech dat ze verliefd werd op een andere man. Toen dacht ze: als ik mijn partner nu eens probeer te verleiden tot een samenlevingsovereenkomst, nog een samenlevingsovereenkomst en wellicht daarna nog een huwelijk. Dan kan ik vervolgens bij hem weggaan en dan heb ik de helft. Haar man wist wel dat zij een keer iets had gehad met een ander. Daar hebben ze het met elkaar over gehad. Hij erkende dat hij ook wel eens de fout was ingegaan. Vervolgens hebben ze gezegd: “Dat laten we achter ons. Wij gaan met elkaar verder, niemand is brandschoon.” Ze hebben twee samenlevingsovereenkomsten gesloten. Vervolgens kwam er een scheiding. De man kwam erachter dat de relatie met de andere man nooit was beëindigd en dat zijn partner wel bewust zichzelf wilde verrijken om vervolgens bij hem weg te gaan. Hij heeft gezegd: “Die samenlevingsovereenkomsten ben ik aangegaan onder dwaling en moeten dus worden vernietigd.” De rechtbank zag daar helemaal niets in. Met name niet omdat je volgens de rechtbank niet verplicht bent om alle details van je privéleven te delen met je partner. Je mag ook dingen voor jezelf houden. In het familierecht moet er een verzwaarde grond zijn om dwaling aan te nemen. Daar heeft het hof van gezegd: “Klopt, alleen zijn sommige zaken geen detail meer. En die moet je opbiechten om te voorkomen dat de ander zich onder een valse voorstelling van zaken bindt aan een samenlevingsovereenkomst. Dus: wel dwaling. En de Hoge Raad heeft dat bekrachtigd. Ik vind het best wel een succes als je juridisch technisch een zaak wint, tot de Hoge Raad aan toe, omdat je er steeds van overtuigd bent dat het inderdaad zo zit en het ook juist vindt. Dergelijke zaken zijn zelden te regelen via mediation.’
Van welke fout, indien u die maakte, heeft u het meeste geleerd?
‘Ik heb verschillende keren meegemaakt dat ik de advocaat van de andere partij niet loepzuiver heb ingeschat. Dacht dat hij of zij de bedoeling had de zaak te regelen, maar er kennelijk ook andere belangen meespeelden, waarvan ik niet weet welke. Hierdoor kon ik de cliënt geen goede minnelijke oplossing bieden en moest hij gaan procederen.’
Waar heeft u het meeste plezier in binnen uw vak?
‘Dat is zeker cursus geven. Ik draag graag kennis over op anderen. En ik vind het interessant om met cursisten te discussiëren over: hoe zit het echt? En in die discussie probeer je er toch samen achter te komen hoe het zou moeten zijn. Hoe krijgen we de wetgeving zo veranderd of de jurisprudentie zo uitgelegd, dat er een betere samenwerking ontstaat? In het verlengde daarvan schrijf ik graag artikelen die door advocaten maar ook door rechters worden gelezen, waardoor een oplossing die je bepleit, ook daadwerkelijk in zaken wordt aangenomen.’
Welk dilemma is u het meest bijgebleven in de uitoefening van uw vak en hoe heeft u dit opgelost?
‘Er is geen specifiek dilemma dat ik zo kan noemen. Buiten de voortdurende aanwezigheid van dilemma’s. Want je moet steeds kiezen tussen, soms twee kwaaie, soms twee goede, oplossingen. Maar er is er niet eentje die eruit springt.’
Waarom denkt u dat u gewaardeerd wordt door uw collega’s?
‘Lastig. Je denkt niet zo snel dat je gewaardeerd wordt door anderen en zeker niet om welke redenen. Maar ik denk dat het komt omdat ik bereid ben in iedere zaak te trachten tot oplossingen te komen. En misschien ook wel omdat ik redelijk veel cursussen geef en veel kennis overdraag en daardoor ook veel mensen ken.’
Welk advies zou u advocaten willen meegeven die zich (willen) specialiseren in het personen- en familierecht?
‘Zorg dat je inventief en juridisch heel goed wordt zodat je de allerbeste oplossingen voor je cliënt kunt bereiken. Hoe doe je dat? Specialisatie-opleidingen volgen, mediationtechnieken leren en altijd je oren en ogen open houden.’
Louis Zonnenberg (1953)
1973–1979: Rechten, Radboud Universiteit Nijmegen.
1978–1980: Ambtenaar ruimtelijke ordening gemeente Wijchen.
1980–heden: Advocaat bij Banning Advocaten, ’s-Hertogenbosch, eerst voornamelijk bestuursrecht, sinds 1996 gespecialiseerd in het personen- en familierecht.
Nevenactiviteiten: Louis Zonnenberg is raadsheer-plaatsvervanger in de familiekamers van de Gerechtshoven Den Haag en Amsterdam, N.A.I.-arbiter, docent bij diverse postdoctorale (specialisatie)opleidingen en bij Banning Opleidingen. Hij is auteur van het handboek ‘Het verrekenbeding’ en het boek ‘Scheidingsmediation’. Daarbij is hij redactielid van EB Tijdschrift voor Scheidingsrecht, van Rechtspraak Familierecht (RFR) en diverse boeken.
Samenwonend, een dochter (35), drie zonen (33, 31 en 29 jaar), twee niet-biologische dochters (38 en 37).