41 advocaten en 18 rechters zijn sinds 2001 in de Filipijnen vermoord, een veelvoud daarvan werd lastiggevallen of bedreigd. Op 23 januari, de Dag van de Bedreigde Advocaat, vragen advocaten wereldwijd aandacht voor hun Filipijnse collega’s.
Het afgelopen jaar is de situatie alleen maar verergerd, zegt Edre Olalia, voorzitter van de National Union of Peoples’ Lawyers in Quezon, het regeringscentrum bij Manila, via Skype. ‘Advocaten – vooral sociaal advocaten en mensenrechtenverdedigers – zijn bijna even kwetsbaar als de cliënten voor wie ze optreden: onderdrukten, critici van de macht, dissidenten en activisten. Men beschouwt deze advocaten als een bedreiging van de in wezen oneerlijke en voor de meerderheid van de bevolking repressieve status-quo. Advocaten worden meer dan ooit vereenzelvigd met de zaak.’
De daders zijn meestal afkomstig uit het leger of van de politie, soms worden ook paramilitairen of particuliere beveiligers ingezet. ‘De zaken die wij voeren gaan vaak over eigendomsrechten van het land en raken zo rechtstreeks aan de zakelijke belangen van mijnbouw- of houtkapbedrijven. Ook advocaten die werken in zaken waarin algemene belangen spelen, bijvoorbeeld omdat juridische onschendbaarheid, buitenlandse inmenging of economische en politieke maatregelen worden aangevochten, worden aangevallen. Soms zijn de daders bekend, maar heel zelden wordt een serieus onderzoek ingesteld, laat staan dat er een veroordeling volgt.’
De in 2010 aangetreden president Benigno Aquino beloofde verbetering, maar daar kwam weinig van terecht, zegt Olalia. ‘Het is een attitudeprobleem. De ernst ervan wordt volledig ontkend. Als het gaat om advocaten die geen mensenrechtenzaken doen, is de teneur: “Dan moet je dat soort zaken maar niet doen, het is het risico van het vak.” Om mensenrechtenadvocaten maakt men zich nog minder zorgen. Die gelden sowieso als zeurderige lastpakken die nergens goed voor zijn. Zo beschouwd zijn de aanslagen op advocaten, zeker mensenrechtenadvocaten, niets anders dan het vervolg op de uitbuiting en onderdrukking van een arme bevolking in een maatschappij waar degenen met minder middelen nog minder rechten hebben.’
De Dag van de Bedreigde Advocaat is normaliter op 24 januari, maar in verband met het weekend heeft de dag dit jaar op 23 januari plaats. Advocaten door heel Europa zullen een petitie aanbieden aan de Filipijnse ambassadeur of consul. De datum verwijst naar het ‘bloedbad van Atocha’ dat op 24 januari 1977 door neofascisten werd aangericht bij een Madrileens advocatenkantoor. Vier advocaten en een vakbondsleider werden gedood.
Tatiana Scheltema