– Raad van discipline Arnhem-Leeuwarden, 4 juli 2014, zaak nr. 02/13, ECLI:NL:TADRARL:2014:180.
– Gedragsregels 1, 30 en 31.
– Zeker bij beschuldigingen van seksueel misbruik van kinderen mogen advocaten geen lichtvaardige uitlatingen doen.
Klagers dochter is verwikkeld in een geschil met de vader van haar minderjarige kinderen, die wordt bijgestaan door mr. X. In een brief aan de advocaat van klagers dochter refereerde mr. X namens zijn cliënt aan ‘haar pedofiele vader’. Vervolgens stelde mr. X een dagvaarding op waarin werd gesteld dat de vader van de vrouw een ‘pedofiel’ was. Ook in de pleitnota van mr. X werd tijdens een kort geding melding gemaakt van ‘pedofiele neigingen’ en ‘pedofiele geaardheid’ van klager.
Klager verwijt mr. X dat hij zich onnodig grievend uitliet. Mr. X verweert zich met de stelling dat de gewraakte uitlatingen het standpunt van zijn cliënt weergeven. Deze uitlatingen werden door drie andere personen bevestigd, aldus mr. X.
De raad is van oordeel dat mr. X onvoldoende terughoudendheid heeft betracht bij het weergeven van het standpunt van zijn cliënt over de geaardheid van de vader van zijn wederpartij. Deze is daardoor rechtstreeks in zijn belang getroffen en dus ontvankelijk in zijn klacht. Uit de formulering die mr. X hanteerde is, anders dan hij stelde, niet af te leiden dat hij het standpunt van zijn cliënt verwoordde. Het is eerder zo dat mr. X het standpunt van zijn cliënt tot het zijne heeft gemaakt.
In beginsel mag een advocaat afgaan op de mededelingen van zijn cliënt, maar in dit soort aangelegenheden, en zeker in familiezaken, dient hij uiterst terughoudend te zijn indien de gestelde feiten niet onomstotelijk vaststaan. Zeker bij beschuldigingen van seksueel misbruik van kinderen mogen advocaten geen lichtvaardige uitlatingen doen. De belangen van anderen dienen gerespecteerd te worden. Mr. X heeft de grenzen van zijn vrijheid om te bepalen hoe hij de belangen van zijn cliënt moet behartigen, te ver overschreden.
Berisping, gezien eerder opgelegde maatregelen.