Bart Stapert zette zich maandenlang – uiteindelijk vergeefs – in om de voltrekking van de doodstraf bij de Nederlander Ang Kiem Soei in Indonesië te voorkomen. Het werk van Stapert en zijn Indonesische collega’s werd betaald door de Nederlandse overheid, vertelde hij op Advocatenblad Live (zie foto). Maar de meeste Nederlandse gedetineerden in het buitenland zijn aangewezen op hetgeen hun wordt geboden door het land waar zij verblijven – en daarvan is de kwaliteit vaak ‘abominabel’. Toch valt het Nederlandse beleid te billijken, vindt Stapert.

Tijdens Advocatenblad Live vertelde u dat Buitenlandse Zaken en V&J uw rekening betalen. Wanneer heeft een Nederlander in buitenlandse gevangenschap daar recht op?
‘Als het risico bestaat dat de doodstraf wordt opgelegd, bekijkt Nederland per geval of de noodzaak bestaat iemand van rechtsbijstand te voorzien. Dat is beleid sinds 2011, en daar had ik ook voor gepleit. Want de kwaliteit van de advocatuur in de betrokken landen is vaak abonimabel, zeker in eerste instantie. En in hoger beroep heb je zelfs lang niet altijd recht op rechtsbijstand. In dit geval besloten Buitenlandse Zaken en V&J mijn kosten te betalen – tegen toevoegingstarief.’

Dat beleid betekent dus ook dat heel veel Nederlanders in buitenlandse gevangenissen er alleen voor staan.
‘Ja, maar ik kan de keuze van de overheid wel billijken. Veel Nederlanders zitten vast voor drugsdelicten. Ik vind het een legitieme vraag of Nederland dan altijd rechtsbijstand zou moeten regelen. Je creëert ook ongelijkheid met de locals. Moet Nederland het rechtssysteem in de Domenicaanse Republiek een injectie geven door een handjevol Nederlanders van betere rechtsbijstand te voorzien, of kunnen we dan beter proberen om de advocatuur in zijn geheel daar op een hoger plan te krijgen? En praktisch: het gaat om duizenden zaken, en alle 192 landen van de wereld zijn verschillend. Je zou in elk land een analyse moeten maken van de beste advocaten, die behoren vaak tot de duurste – en daar zitten ook weer corrupte advocaten tussen. Welke criteria leg je aan? Bovendien stellen landen het niet altijd op prijs als Nederland een advocaat inhuurt.’

U klinkt bijna zelf als een diplomaat…
‘Ja maar zo moet ik mijn werk ook een beetje aanpakken. Natuurlijk is het ideaalplaatje dat Nederland altijd voor rechtsbijstand zou zorgen, maar dat is praktisch niet uitvoerbaar. Er moet een zekere proportionaliteit in zitten. De doodstraf, daar zijn we met zijn allen zó tegen dat we dat te allen tijde proberen te vermijden. Je zou de regeling kunnen uitbreiden naar levenslang en andere situaties waarin mensenrechtenschending dreigt plaats te vinden. En WOTS-verzoeken: daar kreeg je in het verleden een toevoeging voor, dat zou weer moeten worden ingevoerd.’

Waarom?
‘De gedachte achter de WOTS is dat mensen beter kunnen resocialiseren in hun land van origine. Dan moet je ook zorgen dat die wet kan worden uitgevoerd, en daarvoor moet je door heel wat bureaucratische hoepels spingen. Ik ga in zo’n geval bijvoorbeeld in de VS met de Officier van Justitie praten, ik vraag om steun bij familie van het slachtoffer. Natuurlijk mag er geen misbruik van de financiering worden gemaakt – er waren in het verleden wel advocaten die er lekker van op vakantie gingen, en dan ook even bij hun cliënt langs – maar dat kun je toetsen. Het gaat om de voorbereiding en de politieke indekking van zo’n verzoek, dat kost veel tijd en aandacht.’

Trudeke Sillevis Smitt

Advertentie