Het Advocatenblad berichtte eerder over de steeds hogere drempels om extra uren in bewerkelijke zaken te krijgen. De Raad voor Rechtsbijstand lijkt dit nu zelf te erkennen in haar Kenniswijzer. Daarin staat namelijk dat civiele zaken niet snel bewerkelijk zijn. Tweede Kamerlid Michiel van Nispen heeft staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie (VVD) hier vragen over gesteld.
In de Kenniswijzer van de Raad voor Rechtsbijstand die begin dit jaar is ingegaan staat dat in civiele zaken niet snel tot een oordeel wordt gekomen dat een zaak bewerkelijk is. Volgens de Raad voor Rechtsbijstand zal dit alleen aan de orde zijn bij bijzondere groepszaken zoals de Vuurwerkramp in Enschede of de Bijlmerramp. Van Nispen vraagt staatssecretaris Teeven hoe dit precies gelezen moet worden en welke gevolgen dit heeft voor rechtzoekenden. Het SP-Kamerlid wil ook weten vanaf wanneer deze instructie geldt.
Eerder vroeg Van Nispen de staatssecretaris ook al naar de drempels bij bewerkelijke zaken, naar aanleiding van een bericht van het Advocatenblad. De staatssecretaris antwoordde toen dat er geen sprake was van een beleidswijziging. Van Nispen wil nu weten of Teeven nog steeds die mening is aangedaan.
Daarnaast vraagt de parlementariër of het klopt dat de toegekende aanvragen voor extra uren bij bewerkelijke zaken niet altijd hele toekenningen betreffen. ‘Of wordt er alleen over goedgekeurde aanvragen gesproken als ook alle uren die zijn aangevraagd worden toegekend?’ luidt de vraag. Van Nispen wilt bovendien weten of staatssecretaris Teeven de mening deelt dat het een vertekend beeld geeft als aanvragen geregistreerd worden als toegekend, terwijl niet alle aangevraagde uren daadwerkelijk zijn toegekend.
In afwachting van de antwoorden van Teeven kon de Raad voor Rechtsbijstand nog niet reageren.
Nathalie Gloudemans-Voogd