De Rechtbank Den Haag heeft op 11 maart de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens buiten werking gesteld. De Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) had dat samen met zes andere organisaties en bedrijven geëist in kort geding. Volgens de eisers was de wet in strijd met fundamentele grondrechten en waren er geen waarborgen voor geheimhouders zoals advocaten.Bijlage:
Voor de advocaten van de eisers komt de uitspraak niet als een verrassing. ‘De Nederlandse wet was in strijd met het Europese recht. Dat is nu rechtgezet,’ zegt Otto Volgenant van Boekx Advocaten. ‘Dit is een overwinning voor journalisten en advocaten die moeten kunnen rekenen op de vertrouwelijkheid van hun communicatie.’
Zijn kantoorgenoot Fulco Blokhuis zegt: ‘De rechter heeft een einde gemaakt aan het verplicht bewaren van communicatiegegevens van iedereen, inclusief niet-verdachte burgers. Het belang van privacy weegt terecht zwaarder. Het oordeel van de rechter is in lijn met adviezen van het College bescherming persoonsgegevens en de Raad van State.’
Bart Nooitgedagt van de NVSA is blij dat de kort geding rechter dit doet ‘en durft te doen’. De voorzieningenrechter zegt in het vonnis dat het buitenwerkingstelling van het de wet ingrijpende gevolgen kan hebben voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Maar dit rechtvaardigt niet dat de inbreuk blijft bestaan. ‘Het is goed dat deze grenzen bewaakt worden door een onafhankelijke rechter. Dat is nodig in dit tijdsklimaat,’ zegt Nooitgedagt.
De eisers startten het kort geding nadat de Dataretentierichtlijn vorig jaar door het Europese Hof van Justitie ongeldig werd verklaard. De Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens implementeerde deze richtlijn. Op grond van de wet moeten telecombedrijven en internetproviders gegevens over internet- en telefoniegebruik zes tot twaalf maanden bewaren voor Justitie. De uitspraak van de rechter maakt daar nu een einde aan.
De Nederlandse orde van advocaten (NOvA) laat weten bezorgd te zijn als de Staat rechterlijke correctie nodig heeft om op koers te blijven. ‘De NOvA is verheugd omdat de onafhankelijke rechter voor die correctie garant staat en het recht op eerbiediging van privéleven en persoonsgegevens zonodig tegen de staat beschermt.’
Het ministerie van Veiligheid en Justitie laat in een reactie weten de buitenwerkingstelling van de wet te betreuren en zich nog te beraden op een eventueel hoger beroep. ‘Providers zijn niet langer verplicht gegevens te bewaren voor de opsporing. Het ministerie maakt zich ernstige zorgen over het effect hiervan op de aanpak van de criminaliteit,’ meldt het ministerie.
Er is een wetsvoorstel om de Wet bewaarplicht aan te passen naar de uitspraak van het Europees Hof van Justitie. ‘De inhoud van het vonnis wordt betrokken bij het wetsvoorstel, zodat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen afdoende is gewaarborgd. Het vonnis laat daarvoor alle ruimte,’ volgens het ministerie. ‘Het is voor de opsporing en vervolging van groot belang dat het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk in werking kan treden.’
Nathalie Gloudemans-Voogd
(Dit bericht is bijgewerkt; de reactie van het ministerie en de NOvA is toegevoegd.)