Als de rechter vindt dat het een advocaat ‘zou sieren’ als hij de proceskosten voor zijn rekening neemt, héb je kans dat de tuchtrechter er ook iets van vindt.
‘Gerechtshof Den Haag roept advocaat op om proceskosten te betalen, kopte Advocatie afgelopen maandag. Het Hof had in een recente beschikking overwogen dat de procedure volstrekt nodeloos gevoerd was, en dat het de advocaat ten zeerste zou sieren als hij de door de man te betalen proceskosten voor zijn rekening zou nemen. Een ‘zou sieren’ toevoeging, noemde rechtspraak.nl het. Dat klinkt alsof het wel eens vaker gebeurt. En dat is ook zo. Toevallig verscheen er vorige week een uitspraak van de Haagse raad van discipline over zo’n zaak. Wat vindt de tuchtrechter van nodeloos procederen?
Mr. X had, namens zijn cliënte, het gerechtshof gevraagd een alimentatiebeschikking te herroepen. Die beschikking leende zich naar haar aard niet voor herroeping, oordeelde het hof. Van een alimentatiebeschikking kan altijd herziening worden gevraagd bij de rechtbank – en zo’n procedure was mr. X óók begonnen. Het hof wees het herroepingsverzoek dus af, met de ‘zou sieren toevoeging’.
De wederpartij klaagt bij de tuchtrechter: mr. X heeft hem nodeloos op kosten gejaagd. Volgens mr. X was die herroepingsprocedure wél zinvol, maar volgens tuchtrechter was zijn uitleg van de jurisprudentie niet correct. En al is de vrijheid van een advocaat ten opzichte van de wederpartij groot, hij mag diens belangen niet nodeloos en op ontoelaatbare wijze schaden. In bepaalde gevallen moet de advocaat ook tegenover de wederpartij een zekere mate van zorg in acht nemen. Aldus de tuchtrechter, die er een waarschuwing aan verbindt.
Mr. X had de proceskosten intussen overgemaakt, maar of hij er een ‘eigen beursje’ van heeft gemaakt: dat vertelt het verhaal helaas niet.