In het voetbal is het niet ongebruikelijk dat aanvallers op latere leeftijd worden omgeschoold tot verdediger. Maar de transformatie van openbaar aanklager tot advocaat is nog altijd opmerkelijk. Het Advocatenblad telde er zes. Drie officieren over hun overstap van het Openbaar Ministerie naar de advocatuur.

In totaal maakten zes officieren de overstap naar de advocatuur. De eerste was Hendrik Jan Biemond. Hij ging in 2001 van Loeff Claeys Verbeke naar het Functioneel Parket in Amsterdam. Daar vervolgde hij met succes Ahold en de Ahold-top wegens boekhoudfraude. Sinds 2007 is hij weer advocaat, bij Allen & Overy. Biemond lichtte zijn moves al herhaaldelijk toe in de media. Remco van Heffen op zijn beurt verliet het Parket in Amsterdam in 2005 voor Loyens & Loeff, waar hij naar eigen zeggen (in Mr.) genoot van het uitzicht. Na acht jaar ‘LoLo’ werkte hij nog anderhalf jaar bij Ivy om eind 2012 over te stappen naar de zittende magistratuur. Hij heeft geen behoefte hierover te spreken. Fraudeofficier Joost Tonino verliet het OM in 2008 om Tonino & Partners te beginnen. In 2004 zette hij zijn pc op straat wegens een virus. De harde schijf werd bezorgd bij Peter R. de Vries die zei dat er vertrouwelijke informatie, kinderporno en pikante correspondentie op stonden. De rechter zag geen bewijs voor strafbare feiten. Toch bleek Tonino’s positie bij het OM moeilijk houdbaar. Tonino had ‘helaas geen tijd’ voor een verhaal over zijn overgang naar de advocatuur. Dan blijven er drie over: Aldo Verbruggen (Houthoff Buruma), Robert Hein Broekhuijsen (Ivy Advocaten) en Anneke Wezel (Staals Advocaten). Wat deden zij bij het OM? Wat doen zij nu? Waarom stapten zij over? Wat vinden zij het belangrijkste verschil?

Het cultuurverschil met het OM is enorm
Aldo Verbruggen (Houthoff Buruma) verruilde de ambtelijke wereld voor de commerciële. ‘Het verschil tussen overheid en ondernemingen is veel groter dan het verschil tussen vervolging en verdediging. Ik ben nooit een overtuigingsofficier geweest. Ik wilde wel een zinvolle bijdrage leveren aan het rechtssysteem, maar dat doen de verdediging en de rechter ook.’ Aldo Verbruggen deed als fraudeofficier zo’n honderd tot tweehonderd strafzaken per jaar en eindigde bij het OM als ‘reorganisatiemanager’. Zijn overstap naar Wladimiroff Advocaten in 2005 was mede ingegeven door de wens weer juridisch inhoudelijk werk te doen en de ambtelijke wereld te verruilen voor de commerciële. Als officier vervolgde hij een medewerker van het Haagse informatiebureau Mariëndijk, die onder valse voorwendselen vertrouwelijke persoonsgegevens had verzameld. De medewerker werd gestraft, de directie vrijgesproken. De kopers van de informatie – waaronder advocatenkantoren – moesten buiten schot blijven. ‘Ik mocht het onderzoek naar de afnemers van de informatie niet voortzetten en was daar verontwaardigd over. Eén van de afnemers was het kantoor van de landsadvocaat. En Joan de Wijkerslooth was landsadvocaat, voordat hij voorzitter werd van het College van procureurs-generaal.’ Bij Wladimiroff verdedigde Verbruggen Ahold-topman Cees van der Hoeven, voetbalcoach Guus Hiddink en advocaat Jacob Cornegoor. Voor Trafigura – dat verdacht werd van het dumpen van illegaal scheepsafval in Ivoorkust – onderhandelde hij een transactie uit met het OM. Ook voor het management en de betrokken medewerkers. Bij Houthoff staat hij corporates bij – zoals het Braziliaanse oliebedrijf Petrobras en de Russische telecomprovider VimpelCom – en gedupeerde corporaties, zoals Vestia. ‘Ik ben niet zonder meer verdediger, maar doe beide kanten. In onderhandelingen over een transactie heeft het OM gewoon macht, terwijl je als advocaat meer overtuigingskracht moet hebben. Als advocaat probeer je inhoudelijk iets toe te voegen aan wat het OM doet. Wij gaan naar een toekomst waarin de verdediging met het OM of de toezichthouder samenwerkt door zelf complianceonderzoeken te laten uitvoeren. De vervuiler betaalt, de opbrengst van de schikking gaat naar de overheid en het OM houdt meer capaciteit over voor andere zaken.’ Verbruggen vindt het verschil in cultuur en mentaliteit tussen de advocatuur en het OM enorm. Niet alleen omdat ‘incentives om te excelleren’ bij het OM ontbreken. ‘Het OM is tegenwoordig in eerste instantie georiënteerd op wat politiek, media en ketenpartners denken en pas daarna op de rule of law. Er is ook regelmatig politieke invloed op individuele zaken, al zal men het graag ontkennen. Als officier word je klem gezet tussen richtlijnen en werkprocessen, waardoor je, vooral op de arrondissementsparketten, template-matig zaken afwerkt.’ Maar hij heeft ‘vreselijk veel’ geleerd bij het OM en er een gut feeling ontwikkeld voor hoe de zaken lopen. ‘Het zou voor iedere advocaat best nuttig zijn om een tijdje mee te lopen aan de OM-kant.’

Aldo Verbruggen
1990 Officier van justitie Den Bosch
1996 Officier van justitie Rotterdam (fraude, economische en milieucriminaliteit)
1999 Expertisecentrum Verticale fraude Den Haag
2000 Teamhoofd Fraude, Economische en Milieucriminaliteit Den Haag
2004 Reorganisatiemanager Het OM verandert
2005 Wladimiroff Advocaten Den Haag
2013 Houthoff Buruma Amsterdam

‘Ik wil geen vinger heffen, maar mensen helpen’
Oud-aanklager Anneke Wezel vond de overgang van het OM naar de Zuidas ‘heftig’. ‘Ik ben altijd op zoek geweest naar waar ik pas, waar ik me thuis voel. In de zittingszaal had ik het gevoel dat ik aan de verkeerde kant stond. De beschuldigende vinger opheffen naar mensen past niet zo bij mij. Ik ben ook niet feilloos,’ zegt oud-aanklager Anneke Wezel, die ontvangt te midden van SP-vrijwilligers die andere mensen helpen. Als student werkte ze bij advocate Gabi van Driem. Daarna doorliep zij de rangen bij het OM, waar zij eindigde als plaatsvervangend officier en senior secretaris megafraudezaken. ‘Zulke zaken doen een aanslag op je en ik miste ook het persoonlijke contact met mensen. Ik was inmiddels actief geworden in de SP. Als dingen mij storen dan wil ik me daarmee bemoeien en niet alleen klagen op een borrel.’ In september 2012 stond zij als kandidaat voor de SP op de lijst voor de Tweede Kamer. Ondertussen werkte zij aan het onderzoek naar illegaal bankier John Deuss. Dat onderzoek wekte haar belangstelling voor compliance. Toen Loyens & Loeff haar begin 2014 vroeg ondernemingen te adviseren op het gebied van compliance, integriteit en interne onderzoeken stapte zij over. ‘Ik vind het een schitterend bedrijf en ik heb er veel geleerd. Maar de overgang van het OM naar de Zuidas was heftig. Het is een behoorlijk corporale wereld en ik miste de procespraktijk. Ik was vooral bezig bedrijven te adviseren en had weinig contact met cliënten. Na anderhalf jaar heb ik mij als sociaal advocaat aangesloten bij Staals Advocaten in Amsterdam.Ik heb het drukker dan gedacht en kan het financieel redden, mede door de zaken die ik voor ondernemingen doe. Ik sta onder meer slachtoffers van criminaliteit en fraude bij, ook ondernemers. Ik doe intern onderzoek voor ondernemingen naar aanleiding van fraudesignalen. Desgewenst maak ik een aangifte, waarmee het OM meteen een eigen onderzoek kan draaien.’ Wezel betreurt het dat de parketsecretaris het veld heeft moeten ruimen, net als de raio-stages bij de advocatuur. ‘Rechters en officieren zien niet wat voor impact hun beslissingen hebben op mensen. Wie drie maanden moet zitten, heeft drie maanden geen bijstand en raakt zijn huurwoning kwijt. Je kunt ook je werk verliezen. Als je voor niets hebt gezeten, kun je wel een schadevergoeding krijgen van tachtig euro per dag, maar daarmee heb je je baan niet terug. Als officier ben je niet zo bezig met de gevolgen van de zaak en kun je maar een beetje rekening houden met de persoonlijke omstandigheden.’ Wezel komt in juni waarschijnlijk in de Eerste Kamer en blijft daarnaast sociaal advocaat. ‘Veel mensen zijn de taal niet goed machtig, hebben het psychisch moeilijk of begrijpen het niet en vallen daardoor steeds buiten de boot. De politiek denkt: als het misgaat dan is het hun eigen schuld. Maar sommige mensen kunnen het gewoon niet zelf. Dat wil ik in de Eerste Kamer aangeven.’

Anneke Wezel
1998 Studentmedewerker Van Driem Advocaten
1999 Ministerie van Justitie, stafmedewerker rechtshandhaving
2000 OM Haarlem, politiebeleidsmedewerker
2005 OM, senior parketsecretaris en ‘hopper’
2006 OM Alkmaar, plaatsvervangend officier
2008 OM Functioneel Parket Amsterdam, plaatsvervangend officier en senior secretaris megafraudezaken
2013 Loyens & Loeff Advocaten
2014 Staals Advocaten
2015 (Kandidaat-)lid Eerste Kamer SP

‘De overheid is veel beter dan je denkt’
Robert Hein Broekhuijsen was al advocaat voordat hij officier van justitie werd. Na de laatste zitting in de Klimop-vastgoedfraudezaak stopte hij bij het OM en begon hij een advocatenkantoor. In 2005 verliet Robert Hein Broekhuijsen het bestuur van DLA in Londen, omdat hij ‘iets anders moest’. ‘Ik was vijfenveertig jaar en bovenaan geëindigd in de advocatuur. Ik dacht: serve your country for a while. Als civilist werkte ik in de fraudepraktijk voor verzekeraars en banken en ik was strafrechter-plaatsvervanger. Het leek mij uitdagend en spannend om fraudezaken te doen bij het OM. Ik werd in Londen opgehaald door een auto met chauffeur, maar bij het OM hadden ze nog nooit van DLA gehoord. Ze dachten: wat komt die veelverdienende advocaat hier doen? Als equity partner bij DLA toucheerde ik een veelvoud van wat ik als officier kreeg. Dat was geen probleem, want ik heb altijd bescheiden geleefd.’ Bij het OM deed hij behalve de ‘Klimop’-vastgoedfraude andere grote fraudezaken, zoals het ‘Rotterdams havenschandaal’ en het onderzoek tegen illegaal bankier John Deuss. ‘Ik had bij mijn overstap naar het OM gezegd dat ik het vijf jaar zou doen, het zijn er zesenhalf geworden. Bij grote fraudezaken is de druk gigantisch. Het is veel zwaarder dan de taak van de advocaat, die alleen het belang van zijn cliënt in het oog hoeft te houden. Een officier trekt de kar en moet de hele zaak maken van begin tot eind. Het feit dat je mensen beschuldigt, legt een grote druk op je. Daarbij is het moeilijk grip houden op grote fraude-zaken en staat de zaaksofficier in het brandpunt van de media-aandacht. De rechter kan zeggen dat je ten onrechte iemand hebt gedagvaard. Het afbreukrisico is dus groot.’ Na het OM begon Broekhuijsen met één van de opponenten in de Klimop-zaak advocatenkantoor Ivy. Hij treedt niet op voor verdachten, maar onderzoekt onregelmatigheden in opdracht van de overheid en semipublieke partijen. Hij adviseert ondernemingen die een fraudeprobleem hebben of wordt ingeschakeld door de huisadvocaat die dat doet. Verder ‘valideert’ hij in opdracht van autoriteiten de onderzoeken die ondernemingen zelf hebben laten doen. ‘Soms is het deugdelijk gedaan, maar ik kom ook tegen dat er geen sprake was van onafhankelijk onderzoek. Officier is een ander vak dan advocaat. Als officier dien je het algemeen belang en moet je rekening houden met de politieke en maatschappelijke realiteit. Daardoor kun je bepaalde wegen niet inslaan. Ik ben van hogerhand weleens teruggefloten, ja. Bijvoorbeeld toen ik te veel advocatuurlijke trucs wilde uithalen en slim slim wilde doen. Je leert je schikken in die regie. Het is ook wel prettig om verantwoordelijkheid te delen met mensen die weten wat ze doen. Voor advocaten is het heel onverstandig om de kwaliteit van de overheid te onderschatten. De overheid is veel beter dan je denkt.’

Robert Hein Broekhuijsen
1982 Advocaat De Koning & Mulder
1999 Idem Schut & Grosheide
2000 Bestuursvoorzitter Schut & Grosheide
2004 Raad van bestuur DLA Londen
2005 OM, Functioneel Parket Amsterdam
2012 Ivy Advocaten

Download artikel als PDF

Advertentie