Voor advocaten die na 1991 zijn beëdigd, heeft ‘Woudschoten’ iets magisch. Het introblok van de beroepsopleiding markeerde de eerste stap naar het echte advocatenwerk. Nu keren ervaren advocaten voor een ochtend terug naar Woudschoten, het conferentiecentrum in Zeist, als patroon van hun eigen stagiaire.
Na Oud-London de rotonde en dan die eindeloze oprijlaan op. Daar begon de beroepsopleiding en daar legden generaties advocaten de basis voor vriendschappen, doorverwijzingen en zelfs eigen kantoren. Vaak kwamen advocaten er niet terug na de eerste tweedaagse. Maar vandaag zoeken veertig patroons met een harde beat in hun nek hun eigen vak in het hoefijzer, samen met 140 deelnemers aan de voorjaarscyclus 2015.
Alle stagiaires zitten in kwadranten met hun eigen opleidingsgroep. ‘U bent hier om te leren over de kernwaarden van het vak, om te oefenen met retoriek en om uw netwerk te verbreden,’ leidt Roderick van Grieken van het Nederlandse Debat Instituut de dag in. Met dat netwerken mag meteen iedereen aan de slag. ‘Zoek iemand die je nog niet kent en die in dezelfde stad gestudeerd heeft als jij. Interview diegene over zijn of haar werk,’ zegt Van Grieken. Ook de patroons achterin gaan lachend aan de slag met de oefening. Na een paar diepte-interviews (‘Meneer was niet lid’) verhoogt Van Grieken de inzet: een patroon mag zijn stagiaire omschrijven. Degene die denkt deze advocaat geïnterviewd te hebben, mag opspringen. Ook de stagiaire in kwestie komt even aan het woord. ‘Hoe vind je het dat je patroon er vandaag ook is?’ vraagt Van Grieken. ‘Fantastisch!’ glundert de advocate. Advocaten Mick Veldhuijsen en Hein Karskens vormen al jaren een vast duo bij de tweedaagse. Zij starten het inhoudelijke deel: ‘Wat is de rol van advocaten in de samenleving?’ Hun huiswerk blijken de stagiaires wel gedaan te hebben (vooraf een diagnostische zelftoets afnemen was verplicht). Ze antwoorden in de lijn van dienstbaarheid, ‘de rechtsorde makkelijker laten lopen’ en het procesmonopolie. Strafpleiter Jan Vlug verschijnt op video; wat vinden de stagiaires ervan hoe hij bij Nieuwsuur onthulde dat zijn cliënt bekend had Marianne Vaatstra te hebben vermoord? ‘Ik zat echt zo te kijken van: wat doe je nou? Ik vind het echt bizar,’ antwoordt een advocaat uit het Amsterdamse vak. Zo kijken de patroons even mee in de hoofden van hun stagiaires. Maar na een filmpje over de kernwaarden van de advocatuur (‘Wie onpartijdig wil zijn, kan beter rechter worden’) en een interview met AR-lid Marjan van der List over de Nederlandse orde van advocaten, nemen de patroons afscheid. Ze mogen naar een eigen side event. ‘Wat vond u van de aftrap?’ vraagt Van der List daar. De filmpjes en begeleiding door het Nederlandse Debat Instituut krijgen een positieve beoordeling. Een patroon prijst het interactieve aspect: ‘Gaat die socratische benadering in de rest van de opleiding door?’ vraagt hij. Het antwoord is bevestigend.
‘Mooi ook, die digitale leeromgeving,’ zegt een ander die voor Woudschoten al mee had gekeken met zijn stagiaire. ‘Maar ik miste wel de boekjes. Vroeger kon ik zelf mee bladeren.’ Al het materiaal (tekst, maar ook video) staat in de digitale leeromgeving. ‘We werken aan een demoversie voor patroons,’ laat de uitvoeringsorganisatie weten. ‘Kijk af en toe over de schouder mee,’ luidt het advies. Op het scherm voor hen verschijnt een voorbeeldaccount met de digitale boekenkast en uitleg.
‘Bemoei u met de keuze van de leerlijn en de keuzevakken,’ adviseert de organisatie ook. VSO’s zijn vervangen door keuzevakken en de stagiaires moeten een hoofdrichting kiezen: civiel, bestuurs- of strafrecht. Elk vak vraagt wekelijks serieuze voorbereiding. ‘Het is geen cursus, het is een opleiding,’ benadrukt de organisatie. En die opleiding kost tijd. ‘Maar hoeveel gelegenheid moet ik hen dan geven om zich voor te bereiden tijdens werktijd?’ vraagt een patroon. Van der List vindt het een moeilijke vraag: ‘De NOvA kan niet zeggen: “Zoveel tijd moet u geven”. Maar als u wilt dat uw stagiaires goed door de opleiding heen komen, is het verstandig hen er de tijd voor te geven.’
Na alle inkijkjes en tips is er nog een afsluitende oproep. ‘Sommige kantoren vragen van stagiaires dat zij hun telefoons aan laten staan tijdens de opleidingsdagen, maar niet iedereen kan daar mee omgaan. We zien dat dit tot stress en uitval leidt.’ Een enkeling moppert: ‘Dat moeten ze toch ook leren…’ Het is al even geleden dat deze patroon advocaat-stagiaire was. Hij grist nog een broodje van het buffet en rijdt die lange oprijlaan weer af, de rotonde over: weg van Woudschoten, terug naar kantoor.