De Tweede Kamer wil dat de regering komt met een voorstel voor prejudiciële toetsing in de bestuursrechtspraak. Daarvoor zou ze een wetsontwerp uit 1992 weer uit de mottenballen moeten halen.

De Kamer stemt in met een voorstel van Kamerleden Jeroen Recourt van de PvdA en Joost Taverne van de VVD. Zij willen dat het kabinet voor de zomer nog komt met een nieuw wetsvoorstel voor de reorganisatie van de hoogste bestuursrechtspraak. Daarin zou dan ook een prejudicieel stelsel moeten worden opgenomen. In zo’n stelsel legt een gerecht een belangrijke rechtsvraag voor aan een ander gerecht. In de tussentijd ligt een procedure stil.

Recourt en Taverne willen dat het kabinet teruggrijpt op het wetsvoorstel uit 1992 voor de herziening van de rechterlijke macht, waarin ook al werd geopperd om in het bestuursrecht een prejudicieel stelsel in te voeren. Het kabinet kwam in december met het plan om de Raad van State op te splitsen en de Centrale Raad van Beroep (CRvB) en het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) op te heffen.

PvdA en VVD zijn er niet gerust op dat het voorstel ook leidt tot voldoende rechtseenheid in het bestuursrecht en tussen het bestuursrecht en andere rechtsgebieden. Uitspraken van de verschillende rechters kunnen dan nog steeds teveel van elkaar verschillen. De regeringspartijen pleiten daarom voor een ‘voorziening’ die wel zorgt voor de gewenste rechtseenheid.

In het wetsvoorstel uit 1992 is het de Hoge Raad die de prejudiciële vragen van bestuursrechters mag beantwoorden. De indieners meenden destijds dat de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State daarmee nog niet beschouwd mag worden als een ‘lagere rechter’ ten opzichte van de Hoge Raad.

Maarten Bakker

Advertentie