Het is van belang dat de Council of Bars and Law Societies of Europe (CCBE) een rol gaat spelen in de rechtszaak over het afluisteren van advocaten. Dat zegt Bert Fibbe, lid van de algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten, portefeuillehouder strafrecht.
De CCBE heeft besloten zich te voegen in de zaak die het afgeluisterde advocatenkantoor Prakken d’Oliveira en de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten op 22 april tegen de staat hebben aangespannen. Met deze zaak willen de partijen het afluisteren van de communicatie tussen advocaten en hun cliënten laten staken.
Minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, PvdA) gaf in een brief van 15 december aan advocatenkantoor Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers toe dat de AIVD het advocatenkantoor ruim tien jaar heeft afgeluisterd. De CTIVD verklaarde de klacht van het kantoor deels gegrond. ‘De Commissie heeft vastgesteld dat geen (schriftelijk) beleid binnen de dienst voor handen is ten aanzien van het uitwerken van telefoongesprekken en e-mails gevoerd, dan wel uitgewerkt tussen cliënten/derden en advocaten die onderschept zijn door middel van de inzet van artikel 25 Wiv 2002 jegens die betreffende cliënten/derden.’
Volgens de Commissie waren er onvoldoende waarborgen voor het uitwerken van deze telefoongesprekken en e-mails. De Commissie beoordeelde het handelen dan wel nalaten van de AIVD op dit punt dan ook als ‘onbehoorlijk’, en achtte dit klachtonderdeel gegrond.
Portefeuillehouder strafrecht Bert Fibbe: ‘Het afluisteren van advocaten schaadt de vertrouwelijkheid van de communicatie waarop de rechtzoekende moet kunnen rekenen wanneer hij contact heeft met zijn advocaat. Ook schaadt het de kernwaarden van het beroep zoals onafhankelijkheid en vertrouwelijkheid. Daaronder valt het beroepsgeheim en het verschoningsrecht waar advocaten zich op kunnen beroepen.’
Sabine Droogleever Fortuyn