Hopla, ineens was de advocatuur onderwerp van een heuse twitterfittie. In de ene hoek stond advocaat en trotse digibeet Georg van Daal. In een column voor Advocatie had hij uitgehaald naar innovatie-experts die advocaten manen in digitalisering hun heil te zoeken. In de andere hoek stond de door Van Daal tot bebaarde hipster gebombardeerde innovatiedirecteur bij Kennedy Van der Laan Jeroen Zweers die zijn geuzennaam prompt omzette in twitteraccount @bebaardehipster.

     Van Daal maakte in zijn column korte metten met de zegeningen van digitalisering. The Cloud is zo lek als wat, een beetje niveau is social media vreemd en de advocaten van morgen wacht de diepgang van een speedboot doordat hun aandachtsspanne met dank aan smartphone en tablet luttele seconden bedraagt.

     Aanleiding voor Van Daals hartenkreet was een interview met Zweers in het decembernummer van het Advocatenblad. Zweers en andere technoliefhebbers sloegen on- en offline terug. Veiligheid is ook op papier niet te garanderen en kennis delen en vinden is dankzij digitalisering makkelijker dan ooit, dus maakt digitaal jongeren juist slimmer. Er zijn er die zelfs stellen dat jongeren nog nooit zo goed zijn geïnformeerd als nu en klaarstaan om vanaf de toppen van huidige inzichten hogere gebergten te beklimmen.

     Alerte advocaten muntten in de dagen na de column de hashtag #digidaal waarop voorstanders (onsje meer) en tegenstanders (onsje minder) van digitalisering elkaar net zolang onder vuur namen tot #digidaal trending topic was. Met een knipoog kondigde @bebaardehipster merchandise aan: mokken en T-shirts met de tekst: ‘Be calm laywers. It’s just innovation.’

     Wie heeft er nu gelijk? Advocaten zijn beroepshalve geneigd een kant te kiezen, maar in dit geval geldt de les van de recent tot beste arbeidsrechtadvocaat uitgeroepen Rogier Duk. In een interview op het YouTube-kanaal van het Advocatenblad stelt hij dat een goede arbeidsrechtadvocaat eerst naar zijn cliënt luistert, vervolgens naar de wederpartij om daarna de derde weg te zoeken: ‘De uitkomst waarbij iedereen even tevreden of ontevreden is.’ Het antwoord op de vraag wie er gelijk heeft is, kortom, even saai als waar: allebei.

     Het staat advocaten natuurlijk vrij om digitalisering maar niks te vinden. Alleen, de advocaat die zijn fax omhelst, brieven en telefoontjes boven social media verkiest, uren kwijt is aan het handmatig bijhouden van processen en bij de deur wacht tot cliënten zich vanzelf melden, is hard op weg een anachronisme te worden. Meedoen moet, al is het maar om de vele juridisch-inhoudelijke vragen te begrijpen die digitalisering met zich meebrengt. Wie treft bijvoorbeeld blaam als algoritmen, zoals die van zelfrijdende auto’s, beslissingen voor ons nemen? Zie daartoe pagina 36. En anders is het wel nodig om cliënten te werven (zie pagina 14).

     Ook Van Daal heeft een punt. Digitalisering is geen heilige graal. Lees daartoe het interview met Bas Kodden op pagina 22. Persoonlijk contact staat voor de managementexpert boven het verschuilen achter digitale instrumenten. Bovendien kent het recht vele nuances en vertakkingen en wie iets wil uitleggen of ergens van vinden, heeft aan de maximaal 140 tekens op Twitter of een kekke foto op Instagram niet genoeg, getuige de analyse en opinie in dit nummer. Om diepgaande kennis te behouden en te verspreiden, moeten ook advocaten dus hun best blijven doen. Ironisch genoeg biedt juist de digitalisering daartoe een nieuw arsenaal: van blogs tot e-books.


Robert Stiphout

Download artikel als PDF

Advertentie