De Nederlandse orde van advocaten (NOvA) is ernstig bezorgd over plannen van het ministerie van Veiligheid en Justitie om het Wetboek van Strafvordering te herzien. De wetsvoorstellen zijn teveel gericht op het bevorderen van efficiëntie en op bezuinigen. Belangrijke beginselen van het strafrecht worden hiervoor geofferd, zeggen AR-lid van de NOvA Bert Fibbe en voorzitter van de adviescommissie strafrecht Rob van der Hoeven in een interview in het juni-nummer van het Advocatenblad. Daarbij blijven de werkelijke knelpunten in de strafrechtketen onopgelost volgens de strafrechtadvocaten.
De inhoud van de plannen baart AR-lid Bert Fibbe en voorzitter van de adviescommissie strafrecht Rob van der Hoeven grote zorgen. Zo komt het onmiddellijkheidsbeginsel volgens hen onder grote druk te staan. Er zijn plannen om de zittingsrechter zoveel mogelijk te ontlasten. De rechter-commissaris doet het werk dan vooraf. ‘Vanuit het oogpunt van efficiëntie wordt de beoordeling naar het vooronderzoek verplaatst,’ zegt Bert Fibbe. ‘Daarmee neemt de minister – ondanks de lessen die Nederland het afgelopen decennium heeft geleerd (Twee van Putten, Schiedammer Parkmoord, Lucia de B.) een risico.’
Het plan om de focus in het strafproces naar het voorbereidend onderzoek te verleggen, tast de positie van de verdachte aan, menen de strafrechtadvocaten. Dat plan moet leiden tot kortere doorlooptijden van procedures. Van der Hoeven: ‘In een stadium waarin de omvang van de beschuldiging nog niet duidelijk is, moet de verdediging in een aantal gevallen haar eigen verdedigingspositie bepalen. Dat is in strijd met beginselen van fair trial.’
Het plan om de sanctionering van door het OM en de politie gemaakte fouten buiten het strafproces te laten plaatsvinden, stuit de strafrechtadvocaten ook tegen de borst. En met het plan om het strafvordelijk legaliteitsbeginsel te beperken, begeeft de minister zich volgens Fibbe en Van der Hoeven ‘op een hellend vlak’. De Concept-contourennota, die begin februari van dit jaar voor advies naar belanghebbenden is gestuurd, wijst er volgens de strafrechtadvocaten overigens op dat de minister ervan is teruggekomen om het strafvordelijk legaliteitbeginsel te beknotten. ‘We hopen het van ganser harte.’
Behalve bezwaren zien de strafrechtadvocaten ook kansen als het Wetboek van Strafvordering wordt herzien. In het wetboek zouden volgens Fibbe en Van der Hoeven sancties moeten worden opgenomen voor het overschrijden van termijnen. Termijnen waarbinnen het OM moet ingaan op verzoeken die namens het slachtoffer worden ingebracht. Termijnen waarbinnen de rechterlijke macht verzoeken, vorderingen en klaagschriften moet behandelen. Termijnen waarbinnen de politie een proces verbaal moet opmaken. Fibbe: ‘Dus een norm, prima. Maar een norm die niet wordt bewaakt, is geen norm.’
Ondergeschoven kindje in de plannen van de minister is volgens Fibbe en Van der Hoeven het vergoedingensysteem voor strafrechtadvocaten. Met de terugkerende bezuinigingen en de toegenomen inspanningen voorafgaand aan en tijdens verhoor vanwege de Salduz-jurisprudentie, nemen de vergoedingen steeds verder af. Fibbe vreest voor het voortbestaan van gespecialiseerde strafrechtkantoren. ‘Mijn gedachte is dat de staat zuinig moet zijn op deze kantoren. De rechterlijke macht en het OM komen anders zelf in de problemen. Want als er geen goede advocatuurlijke bijstand is, stokt het hele systeem. Dus er is grote zorg, en er is ook grote zorg vereist.’
De echte knelpunten binnen de strafrechtketen blijven volgens Fibbe en Van der Hoeven buiten schot. Fibbe wijst op problemen in de ICT-structuur van de politie en gebrekkige digitalisering. Of de werkprocessen bij het Openbaar Ministerie en de onmogelijkheid voor advocaten om contact te krijgen met een officier van justitie in een lopende strafzaak. Ook lopen zaken volgens hem vertraging op door onderbezetting bij de rechterlijke macht. Fibbe: ‘Als je die strafrechtketen wilt verbeteren, moet je eerst analyseren waar de fouten of tekortkomingen zitten. Dat heb ik hier niet gezien.’
Vanaf het najaar van 2015 hoopt het ministerie van Veiligheid en Justitie in vier tranches de wetsvoorstellen bij de Tweede Kamer in te dienen. De adviescommissie strafrecht kwam eind maart met een zeer kritisch rapport over de concept-Contourennota. Bij de overwegingen van de adviescommissie sluit de algemene raad van de NOvA zich aan.
Lees het interview met AR-lid van de NOvA Bert Fibbe en voorzitter van de adviescommissie strafrecht Rob van der Hoeven in het juni-nummer van het Advocatenblad.
Bekijk het filmpje met ‘Drie vragen aan’ AR-lid van de NOvA Bert Fibbe over de herziening van het Wetboek van Strafvordering.
Sabine Droogleever Fortuyn