Hoe werkt mediation? Gastauteur Klaartje Freeke, strafrechtadvocaat en MfN-registermediator bij Freeke & Monster, licht een praktijkvoorbeeld door. Aflevering 23: ‘Mediation in strafzaken’.
In welke gevallen kan mediation in strafzaken worden ingezet en welke rol heeft de advocaat daarbij? Een voorbeeld: een cliënt kreeg een oproeping voor een Taakstraf Openbaar Ministerie (TOM)-zitting. Hij had een verkeersregelaar geslagen. Uit het dossier bleek dat het weinig zin had om er tegenin te gaan of te ontkennen dat hij fout was geweest. Meerdere getuigenverklaringen en aangiftes wezen in de richting van cliënt. Ook had hij veel spijt van zijn handelen en stond hij open voor een gesprek met de verkeersregelaar. Een goede basis om cliënt voor te dragen voor mediation.
Wil een zaak voor mediation in aanmerking komen, dan moet er aan een aantal vereisten zijn voldaan. De eerste is dat de officier van justitie of de rechter (als de zaak al op zitting is) akkoord is met een mediationprocedure. Zij zijn doorgaans bereid erover na te denken als de verdachte een first offender is en verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen. Verder helpt het als er een relatie is tussen de verdachte en het slachtoffer (buren, een echtpaar, klasgenoten, collega’s) en zij op de een of de andere manier met elkaar verder moeten. Maar ook in zaken waar partijen elkaar nooit meer zullen zien, wordt bemiddeld. Hoewel in het buitenland ook bij levensdelicten aan bemiddeling wordt gedaan, wordt in Nederland mediation vooral ingezet bij relatief lichtere vergrijpen: mishandeling, diefstal en verkeersovertredingen.
Ook het slachtoffer moet met mediation instemmen. Deze wordt daarvoor benaderd door het mediationbureau van de rechtbank. Het bureau stuurt de zaak, indien akkoord, vervolgens door naar een of meerdere mediators. Dat kunnen rechtbankmediators zijn of een bemiddelaar van Slachtoffer in Beeld.
Cliënt in genoemd voorbeeld werd uitgenodigd voor een intake met (in dit geval) twee mediators. In een aparte intake toetsten zij eerst of beide partijen daadwerkelijk gecommitteerd waren aan het proces: of het slachtoffer zich niet heeft verbonden uit angst en of de verdachte wel oprecht is in zijn benadering. Cliënt was bloednerveus. Dat gebeurt vaak: het is erg confronterend om het slachtoffer te ontmoeten en om te horen wat hij/zij heeft doorgemaakt.
Als advocaat kun je je cliënt voorbereiden op deze gesprekken. Dat is iets anders dan de voorbereiding op een verhoor. Je kunt je cliënt coachen om zich open te stellen voor wat er gebeurt en te luisteren naar wat de ander te zeggen heeft. De verdachte mag op zijn beurt ook zijn verhaal vertellen. Hij hoeft niet lijdzaam aan te horen wat hij allemaal heeft misdaan. Ook in een strafrechtelijke mediation zijn partijen gelijkwaardig en dat is nu juist een belangrijke meerwaarde. In een strafzaak zorgen de kwalificaties als slachtoffer en verdachte ervoor dat partijen in een rol worden geduwd, waardoor de werkelijke relatie op de achtergrond raakt. In een mediation kunnen ze daar naar terug.
In de zaak van cliënt bleek dat de verkeersregelaar de aangifte had willen intrekken. Toen hij bij de politie terugkeerde om dat te doen, werd hem gezegd dat dat niet meer mogelijk was. Hij vond dat vervelend omdat hij mijn cliënt ook pijn had gedaan en het niet terecht vond dat cliënt de negatieve gevolgen van een strafzaak zou moeten dragen. Dit aspect was niet aan het licht gekomen als de mediation niet had plaatsgevonden. De advocaat diende te controleren dat dit gegeven op een nette manier werd verwoord in de vaststellingsovereenkomst. Deze werd naar de officier van justitie gezonden door het mediationbureau. Dat kan vergezeld gaan van een verzoek om de zaak te seponeren. Maar in deze zaak kwam de officier zelf tot de beslissing om niet te vervolgen. Een TOM-zitting werd niet meer nodig geacht. In de documentatie van cliënt werd een sepot genoteerd met code 70 (verhouding benadeelde geregeld) hetgeen in een strafzaak waar het bewijs rond is voor de verdachte beter is dan een veroordeling of een strafbeschikking.
Het ministerie voor Veiligheid en Justitie heeft een bedrag beschikbaar gesteld voor enkele honderden gefinancierde mediations in de arrondissementen Amsterdam, Noord-Holland, Den Haag, Rotterdam en Oost-Brabant. Ook vanuit Europa wordt mediation in strafzaken aangemoedigd: het huidige art. 51h Sv is er een resultaat van en schrijft het OM en de politie voor om bemiddeling in een vroegtijdig stadium te bevorderen. Tweede Kamerlid Jeroen Recourt heeft onlangs een initiatiefnota ingediend om herstelbemiddeling een duidelijker plek te geven in ons strafproces. Kortom, mediation is nu ook in het strafrecht verankerd en biedt een aanvulling in de dienstverlening van strafrechtadvocaten.
Klaartje Freeke