Toegegeven: het is een idioot zoekplaatje geworden, dat nieuwe stelsel van openbaarmaking van tuchtuitspraken. Maar toch jammer dat de eerste ‘nieuwe’ uitspraak op dat punt meteen een beetje de mist ingaat.
Het gewijzigde tuchtrecht geldt sinds 1 januari 2015, maar alleen bij klachten die dit jaar bij de deken zijn binnengekomen – én bij dekenbezwaren die dit jaar bij de raad van discipline zijn aangebracht. Het is dus best rap dat we nu de eerste schrapping onder het nieuwe tuchtrecht al te pakken hebben.
Mr. X leverde de deken almaar niet de gevraagde financiële gegevens, terwijl er tekenen waren dat zijn financiële situatie zorgelijk was. Het leverde de laatste van 17 gegronde tuchtklachten in de afgelopen jaren op, en daarmee was voor de Bossche raad van discipline de grens bereikt. Volgens de raad vordert ‘het door art. 46 Advocatenwet beschermde maatschappelijk belang (…) dat de schrapping van mr. X openbaar wordt gemaakt op de wijze zoals bedoeld in art. 48 lid 5 met toepassing van art. 8 lid j sub a Advocatenwet.’ Met ‘lid j’ zal wel bedoeld zijn ‘lid 1’, maar dan nog komt je er niet uit. Artikel 8 gaat over de vermelding door de Orde op het tableau, daar heeft de tuchtrechter toch niet mee te maken? Net zo min als met de nieuwe zwarte lijst die de secretaris van de algemene raad gaat publiceren?
Misschien is het even wennen dat met die zwarte lijst en de uitgebreide regels over openbaarmaking op het tableau, de rol van de tuchtrechter qua openbaarmaking nogal aan belang heeft ingeboet. Behalve dan als het om de termijn van openbaarmaking van schorsingen gaat. Die blijven tien jaar op het tableau, tenzij de tuchtrechter een kortere termijn bepaalt.
Mr. X kan nog in beroep.
Trudeke Sillevis Smitt