Per 1 april 2015 is de bankierseed van toepassing op alle bankiers. Het afleggen van deze eed is een wettelijke verplichting voor alle medewerkers van alle financi-ele instellingen. Maar hoever reikt deze verplichting? Verschillende Nederlandse banken stuurden afgelopen weken een missive aan dienstverlenende bedrijven dat zij eveneens de bankiers-eed moeten afleggen. Voor inhouse advocaten bij deze bedrijven leidt dit tot een onacceptabel conflict of interest. Weer een goed voorbeeld van de vertrutting van de Nederlandse rechtsstaat.
    Sinds 2013 bestaat de verplichting voor financiële instellingen om beleidsbepalers en commissarissen de bankierswereld te laten afleggen. Want bankiers zijn tegenwoordig de mefisto’s van deze aarde. De eed houdt in dat men belooft zich te houden aan de – vage – gedragsregels van de bank. Het kabinet bekrachtigde dat per 1 juli 2015 de eed wordt uitgebreid naar iedereen die binnen een financiële instelling werkt. Saillant detail is dat naast het afleggen van de eed, de mede-werkers zich moeten onderwerpen aan het tuchtrecht van de Stichting Tuchtrecht Bankiers. Het afleggen van de eed en de ondergeschiktheid aan het tuchtrecht moeten via een schriftelijke verklaring worden bevestigd. Beide kunnen uitdrukkelijk niet los van elkaar worden gezien. Overtreedt iemand de gedragsregels, dan kan dit door iedereen gemeld worden bij de Stichting Tuchtrecht Banken. Het tuchtcollege heeft vervolgens de mogelijkheid om sancties op te leggen.
De banken vinden nu dat de bankierseed ‘dus’ ook geldt voor externe werknemers die werkzaamheden verrichten ter ondersteuning van ‘wezenlijke bedrijfspro-cessen’. Ik kan mij nog voorstellen dat een zzp’er in de trading room zich aan de eed moet committeren. Maar het gaat veel te ver als alle werknemers van een bedrijf dat apps maakt voor op de mobiele telefoon eveneens onderhevig zijn aan de eed en het tuchtrecht. Toch gebeurt dit. Weigert iemand de eed af te leggen, dan mag hij niet bij de bank werkzaamheden verrichten. Sommige banken gaan zelfs zo ver dat zij eisen stellen aan het aannamebeleid van dienstverleners door op te leggen dat tijdens sollicitatiegesprekken de bereidheid tot het afleggen van de eed ter sprake wordt gebracht.
    Bij een groot aantal toeleveranciers in de dienstensector werken inhouse advocaten. Deze advocaten hebben veelal toegang tot alle informatie op elk niveau van de samenwerking met de bank. Volgens de banken moeten deze advocaten eveneens de eed afleggen en zich ondergeschikt maken aan het tuchtrecht. De tuchtmaatregelen variëren van verplichte educatie, berisping, een boete van maximaal 25.000 euro (te voldoen aan de stichting, dat begrijpt u natuurlijk) of een beroepsverbod. Stel, een bank roept bij een geschil met een dienstverlener de advocaat van de dienstverlener op om te getuigen. Die weigert dit omdat zijn eigen gedragsregels hem dit verhinderen. Het tuchtcollege kan hem vervolgens een beroepsverbod opleggen van maximaal drie jaar. Kan iemand deze volstrekte waan-zin stoppen?

Download artikel als PDF

Advertentie