Op 17 juni diende de zaak van Michiel Pestman, de advocaat van kantoor Prakken d’Oliveira die structureel en jarenlang is afgeluisterd door de Nederlandse inlichtingendiensten. In deze zaak botsen de twee beleids-terreinen waar minister Van der Steur primair verantwoordelijk voor is, namelijk veiligheid versus justitie (en rechtsstaat). Op het moment van schrijven is nog niet bekend welke uitspraak de rechter in de zaak heeft gedaan, maar dat doet er feitelijk niet toe. De zaak-Pestman is slechts een voorbeeld van een groter probleem.
    Een probleem met een internationale dimensie, want niet alleen in Nederland proberen inlichtingendiensten steeds vaker mee te luisteren met de advocaat en de cliënt en is het toezicht op de inzet van dit ‘ultimum remedium’ ondoorzichtig; ook in andere landen staan de traditionele privileges van de rechtsstaat onder druk. Daarom heeft ook het CCBE, de organisatie van Europese advocaten, zich gevoegd in de zaak-Pestman.
    Er ligt hier een schone taak voor het kabinet. In de eerste helft van 2016 is Nederland voor de twaalfde keer voorzitter van de EU. Dit is een perfecte gelegenheid om dit buitengewoon belangrijke onderwerp te agenderen. Een EU-brede discussie over de belangen van de opsporing versus de rechten van het individu op een eerlijk proces past goed in de Nederlandse traditie van recht en individuele vrijheid. Niet voor niets staan we dit jaar op de vijfde plek van de internationale ‘Rule of Law’-index van het World Justice Project (WJP). Daar mogen we trots op zijn.
    Maar niet zo trots dat we achterover kunnen gaan leunen. Er zijn steeds meer signalen vanuit de rechterlijke macht dat bijna de helft van de rechters zich door tijdsdruk niet vrij voelt om een zaak zo goed te overwegen als ze zouden willen. Dan kan de Rechtspraak schuiven met werkprocessen of kantoorautomatisering, maar de onderliggende kwestie is daarmee niet opgelost. Er gaat steeds meer geld naar opsporing en vervolging, met het risico dat de rest van de keten onderbedeeld wordt. Ook deze discussie moet in Europese context gevoerd worden. Zo kan Nederland haar EU-voorzitterschap volgend jaar aanwenden om op te komen voor de belangen van de rechtsstaat. Misschien halen we dan in 2016 Scandinavië in en staan we op nummer 1 op de WJP-index.

Download artikel als PDF

Advertentie