Elke dag met je neus in de dossiers en ellenlange zittingen in de rechtbank. Hoe maak je je hoofd leeg na een lange werkdag? Vier advocaten vertellen over hun bijzondere passie. ‘Zodra ik het gaspedaal indruk, valt alle werkstress van me af.’
‘Ik rij harder dan mannen’
Claudia Bruins (42) is advocaat en oprichtster van C-law Advocaten. Een nichekantoor in mededingingsrecht. In haar vrije tijd doet ze aan rally rijden. ‘Ik ben heel fanatiek.’
‘Tijdens een rally reed er eens een Porsche non-stop achter me. Hij zat zowat op mijn bumper. Urenlang probeerde hij me in te halen, maar dat lukte niet. Toen ik uitstapte, kwam de bestuurder naar me toe. Toevallig ook een advocaat. ‘Wie bén jij?’ riep hij vol ongeloof. ‘Jij bent echt helemaal gek! Je gaat vol gas, niet nor-maal!’ Ik moest hard lachen. ‘Ik wil nu eenmaal de eerste zijn,’ antwoordde ik. Het klikte meteen, sinds kort doen we zaken samen.
Ik rij harder dan mijn mannelijke tegenstanders. Zodra ik achter het stuur zit, word ik een andere Claudia. Ben ik in mijn werk heel gedegen en rustig, in de auto ben ik superfanatiek. Blik op oneindig, voet op het gaspedaal en gáán. Voor mij de ultieme ontspanning. Ik kom eerlijk gezegd meer bij van een race dan van een weekje strand.
Mijn vader verzamelde vroeger oldtimers. Hij had een paar klassieke Mercedessen en een Austin Healey waarmee hij rally reed. Op een relaxte manier hoor, niet zo fanatiek. Maar ik ben er van jongs af aan mee opgegroeid. Toen mijn man ook een voorliefde bleek te hebben voor rally rijden was het hek van de dam. In het begin zat ik nog braaf naast hem als navigator. Dat is de normale rolverdeling: de man zit achter het stuur en de vrouw wijst de weg. Maar ik wilde méér, ik wilde zelf rijden. Vanaf het moment dat ik achter het stuur plaatsnam, wist ik: dit is beter. We wonnen meteen de één na de andere prijs, maar dat ligt waarschijnlijk aan het feit dat mijn man beter kan kaartlezen dan ik, haha. Sindsdien zijn de rollen omgekeerd.
Je kunt rally rijden op een circuit of tochten maken. Vooral dat laatste vind ik leuk. De mix van rijden – soms dagen achter elkaar – en verschillende opdrachten doen is fantastisch. Dan moet je bijvoorbeeld met een oude kaart van vijftig jaar geleden van a naar b rijden. Die wegen bestaan vaak niet meer. Op een ander stuk wordt er vervolgens keihard geracet. Na zo’n trip kom ik helemaal opgeladen terug.
Op mijn werk verdiep ik me elke dag in dossiers. Ik ben gespecialiseerd in Europees en Nederlands mededingingsrecht en doe met name kartelzaken. Ook adviseer ik veel in food en health. Als ik in mijn oldtimer zit dan kan ik dat allemaal loslaten. Ik kijk met een blik op oneindig vooruit en focus me. Dat ik even ner-gens anders aan hoef te denken dan aan winnen is voor mij de ultieme ontspanning.
Door de week rijd ik in mijn Audi A5 cabrio ook “lekker door”. Hup, dak eraf en gaan! Een uitlaatklep, zo zou ik het rally rijden willen omschrijven. Zodra ik het gaspedaal indruk, valt alle werkstress van me af.’
‘Dit is wie ik ben’
Michiel Glas (27) is strafrechtadvocaat bij Glas en Van den Heuvel Advocaten. Daarnaast is hij gitarist in een metalband. Hij treedt regelmatig op. ‘Mijn lange haar? Dat staat leuk bij mijn toga!’
‘‘‘Waarom heb jij zulk lang haar?” vragen cliënten regelmatig. Ik antwoord dan altijd eerlijk. Dat ik gitarist ben in een metalband. Er wordt altijd positief op gereageerd. Toen ik net afgestudeerd was, liep ik mee met summercourt. “We hopen dat je toekomstige werkgever je lange haar ook oké vindt,” stond er in mijn eindbeoordeling. Ik kon er hard om lachen. Geen haar op mijn hoofd die eraan dacht om het af te knippen. Dit past bij mij, dit is wie ik ben.
Veel mensen denken bij metal aan takkeherrie, maar met mijn band A New Dawn houden we het graag melodieus. Dat was ook wat me zo aansprak toen ik ze voor het eerst zag optreden. “Hebben jullie nog een plekje vrij?” vroeg ik. Het was 2008 en ik studeerde nog. Twee weken later kon ik beginnen als gitarist.
Mijn moeder probeerde me als kind al gitaar te laten spelen. Zelf speelde ze heel goed, ze kon naar het conservatorium. Ik was echter hartstikke ongeduldig, had helemaal geen zin in dat gepingel. Op mijn zestiende kreeg ik alsnog interesse doordat mijn toenmalige vriendin ook gitaar speelde. Al snel oefende ik acht uur per dag. Metal, dat was mijn muziek. Ik luisterde naar bands als Nightwish, Symphony X en Whitesnake. In mijn kamertje deed ik alsof ik Steve Vai was, de ex-gitarist van Frank Zappa. Ik deed er alles aan om net als hem te kunnen spelen. Toen ik in mijn studententijd in bandjes begon te spelen, voelde dat als thuis-komen. Het hoogtepunt? Toen ik met mijn toenmalige band in de 013 – een poptempel in Tilburg – voor tweeduizend man mocht spelen. Heel vaak had ik mijn idolen op dat immens grote podium zien staan, nu stond ik er zelf.
Dat ik naast de advocatuur iets totaal anders doe, geeft mij veel energie. Het zijn twee verschillende werelden die elkaar goed aanvullen. Natuurlijk word ik weleens weggeroepen als ik aan het oefenen ben met mijn band, maar dat zijn uitzonderingen. Eén keer in de week repeteren en één keer in de maand een optreden zijn inmiddels vaste prik. Of ik weleens cliënten ben tegengekomen tijdens een optreden? Nee, dat niet. Wel komen er soms collega’s van mij kijken. Die vinden het te gek.
Mijn werkgever heeft gelukkig nooit een probleem gemaakt van mijn lange haar. In de rechtbank heb ik evenmin het idee dat ik me extra moet bewijzen. Er zijn wel meer advocaten die er excentriek uitzien. Daar wordt wel doorheen gekeken. Gelukkig maar.’
‘Het heeft iets spannends en aanstekelijks’
Mark Eising (48) is gespecialiseerd in (inter)nationale fusies en overnames. Hij is als advocaat-partner verbonden aan Wieringa Advocaten. Zijn passie is het spotten van wilde dieren en dan met name vogels. ‘Dierengedrag fascineert me.’
‘Laatst nam ik tien man van kantoor mee de natuur in. We verzamelden om zeven ’s morgens, dus dat betekende om halfzes opstaan. Veel mensen zijn dat niet ge-wend. Na een kop koffie zijn we gaan wandelen. Binnen twee minuten had ik een vos ontdekt. Mijn kantoorgenoten waren verrast, maar ook verrukt. “Die heb ik nog nooit gezien!” zei de één na de ander. Ik vind het mooi om te zien dat er letterlijk een wereld voor mensen opengaat. Zeker als ik bepaalde dingen uit ga leggen. Dat er op zo’n ochtend wel twaalf verschillende soorten eenden rondzwemmen bijvoorbeeld, of dat je zes verschillende soorten meeuwen kunt spotten. Als ik een paar dagen na zo’n excursie van collega’s hoor dat ze nu plotseling overal allerlei vogels om zich heen zien dan geeft mij dat voldoening.
Mensen houden van mensen met een passie. Enthousiasme werkt aanstekelijk. Dat merkte ik als kind ook. Mijn vader en grootvader waren enorme vogellief-hebbers. Elk weekend werden mijn broer, zus en ik aan de hand meegenomen. Deze passie is me letterlijk met de paplepel ingegoten. Helaas is het niet zo’n sexy hobby. Als ik in mijn pubertijd vertelde dat ik van vogels hield dan versierde ik daar geen meisjes mee. Tussen mijn vijftiende en éénentwintigste was ik er daarom wel even klaar mee. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Toen ik jaren later voor mijn werk in New York woonde, kon ik urenlang rondstruinen in Central Park. Je zou het niet zeggen, maar dat is één van de beste plekken aan de oostkust van de Verenigde Staten om vogels te spotten. New York ligt op een belang-rijke migratieroute tussen Zuid- en Noord-Amerika en Central Park is een perfecte stopplaats voor trekvogels om even uit te rusten en bij te eten. Ik zit overigens niet met een verrekijker uren te wachten totdat er eentje voorbijkomt. Dat vind ik niet spannend genoeg. Liever ga ik zelf actief op zoek. De jacht, noem ik dat. Het heeft iets spannends en avontuurlijks. Zeker als ik het beestje vervolgens op de gevoelige plaat kan vastleggen. De foto’s zet ik op mijn website. Overigens zijn vogels niet mijn enige passie. Ik was een paar jaar geleden in Botswana met een kleine groep ervaren safarigangers. ’s Avonds rond het kampvuur liepen de hyena’s en wilde honden om ons heen. En als we midden in de nacht onze tent openritsten, zagen we leeuwen snuffelen bij het smeulende vuur. Beter krijg je het niet. Helaas kan ik mijn passie niet met zoveel mensen delen. Mijn vrouw heeft niets met vogels en veel mensen vinden het vangen van slangen en spinnen doodeng. Maar dat geeft niet, ik ga net zo lief in mijn eentje. Kan ik mijn eigen tempo bepalen. Het mooie is dat ik als advocaat regelmatig in andere landen ben. Ik kan mijn werk en hobby daarom goed combineren. Binnenkort ga ik bijvoorbeeld naar Edinburgh voor een congres. Plak ik er gelijk even een ochtend aan vast om de Isle of May te bezoeken. De papegaaiduikers zijn daar spectaculair!’
‘Hoe houden ze dit vol?’
Mariska Aantjes (45) is arbeidsrechtadvocate en mediator bij Aantjes Advocaten. Ze doet soms wel vijf keer per week aan bikramyoga. ‘Ik word er fit van en werk daardoor efficiënter.’
‘Toen ik de eerste keer bij bikramyoga binnenkwam, dacht ik: ze zijn allemaal gek geworden. Het was zo warm in de zaal en de poses waren zo intensief dat ik me niet kon voorstellen dat het goed voor je kon zijn. Toen we na een lange serie staande oefeningen eindelijk mochten gaan liggen, dacht ik dat we klaar waren, maar hoorde ik tot m’n grote schrik dat we pas op de helft waren. Hoe houden ze dit vol, dacht ik maar. Ik was al duizelig toen we nog maar amper waren begonnen. Dat dit er in het begin gewoon bij hoort, was iets waar ik later achter kwam.
In New York had ik ooit in 2002 op een blauwe maandag bikramyoga gevolgd. Ik verbleef er een tijdje voor mijn werk en hoorde via via dat het zo heerlijk ontspannend was. Acht jaar later was ik echter volstrekt vergeten hóé warm het er ook alweer was. Bij bikramyoga doe je zesentwintig poses, steeds in dezelfde volgorde, in een zaal waar het veertig graden Celsius is. Het is te vergelijken met poweryoga, je bent continu in beweging. Maar dan in de hitte. Doordat het er zo warm is, ga je extra transpireren waardoor je veel afvalstoffen verliest. Maar belangrijker nog: je spieren worden snel warm waardoor je de poses makkelijker aan kunt nemen. Die eerste keer was dus flink wennen. Na afloop voelde ik me echter zo fit en helder dat ik meteen wist: dit wil ik weer. Het gevoel was niet te verge-lijken met andere vormen van sport. Ik heb in het verleden diverse sporten gedaan en doe nu nog aan hardlopen en standing up paddling (een vorm van golfsur-fen, red.), maar de energie die ik heb nadat ik aan bikramyoga heb gedaan, is daarmee niet te vergelijken.
Ik ben geen ochtendmens. Toch sta ik regelmatig om zes uur ’s morgens op zodat ik om halfzeven een les kan volgen. Als ik dan om halfnegen achter mijn bureau zit, ga ik als een trein. Doordat je je negentig minuten moet focussen in de les – je ziet absoluut niet wat er om je heen gebeurt – kan ik me ook beter fo-cussen in mijn werk. Ik ben geconcentreerder en werk daardoor efficiënter. Ook het ontspannende element van bikramyoga doet me goed. Elke les is exact de-zelfde waardoor je precies weet in welke volgorde je de verschillende poses moet doen. Dat werkt bij mij meditatief. In ons werk moet je continu nadenken. Het is zo lekker als je dat even niet hoeft te doen. Het grappige is dat ik steeds meer collega’s zie die aan bikramyoga doen. Blijkbaar zijn er meer advocaten die er baat bij hebben. En dat snap ik wel. De fitheid en helderheid die je direct na afloop ervaart, zijn met niets te vergelijken. En hoe fijn is dat als je een stapel dossiers door moet spitten?’