Bij het Amsterdamse Prakken d’Oliveira werken uitsluitend mensenrechtenadvocaten. De mediage-nieke asieladvocaat Wil Eikelboom is onvermoeibaar in zijn strijd voor een eerlijker asielrecht.

 

Tijdens een stadse wandeling vanuit het kantoor aan de Keizersgracht, langs de Amstel en door De Pijp, vertelt Wil Eikelboom wat hij zou veranderen als hij een dagje staatssecretaris was. ‘Een dag is helaas niet genoeg.’ Hij zou eerst alle zaken van Eikelboom en zijn kantoorgenoten inwilligen, zegt hij lachend. Dan seri-eus: ‘De IND heeft als slogan: de toelatingsorganisatie van Nederland. Te lelijk voor woorden en nog onzin ook, want ze zijn de enige organisatie die over toela-ting gaat. Maar vooral, ze handelen er helemaal niet naar. Wat zij doen is afwijzen als het kan en toelaten als het moet. Volgens het Europese recht is er een sa-menwerkingsverplichting tussen de asielzoeker en de overheid. Die kan onderzoeken doen, heeft landeninformatie en kan die ook gebruiken.’ Hij gelooft niet in de tegenwerping dat er vaak een vals vluchtverhaal wordt verteld. ‘Kom maar met getallen van mensen die de boel belazerd hebben, die hoor je nooit. Ook de aanzuigende werking is een onbewezen fictie.’
    Het is volgens Eikelboom lastig om een praktijk op alleen toevoegingen rendabel te houden. Dus wisselen de zeven vreemdelingenrechtadvocaten van Prak-ken d’Oliveira gericht hun kennis en lopende zaken uit. ‘We lopen de deur de hele week bij elkaar plat. We werken veel samen, kunnen elkaars praktijk goed waarnemen, maar je bent wel verantwoordelijk voor je eigen omzet. Als je een succesje haalt in een bepaald soort zaken, krijg je via via steeds meer werk.’ Hij haalt zijn energie uit zaken die goed aflopen. ‘Het is heel mooi om iemand te kunnen vertellen dat hij een verblijfsvergunning krijgt. Ik probeer niet cynisch te worden en dat lukt omdat ik ook veel mooie verhalen zie.’ Hij noemt de Afghaanse tolk die voor het Nederlandse leger werkte. In 2014 was diens asielverzoek landelijk nieuws. ‘Heel Nederland schaarde zich erachter, er werden tienduizenden handtekeningen opgehaald.’ Zijn grootste succes behaalde Eikelboom samen met kantoorgenoot Liesbeth Zegveld in de Jaloud-zaak bij het Europese hof. In 2004 was de Irakees Jaloud doodgeschoten door – waarschijnlijk – een Nederlandse militair bij een checkpoint in Irak. Zijn familie eiste strafvervolging, dat werd afgewezen. De zaak diende uiteindelijk bij de grote kamer van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. ‘Heel bijzonder, want die doen maar zo’n twintig zaken per jaar, dus daar kom je als advocaat niet vaak meer. We wonnen unaniem, op een heel fundamenteel punt, de vraag of het EVRM op deze zaak van toepassing was.’ Hij geeft grif toe dat zijn kantoor uit wereldverbeteraars be-staat, maar benadrukt een paar keer dat ze ook geld moeten verdienen. ‘Primair willen we allemaal onze zaken winnen, maar als we en passant ook de wereld een stukje beter kunnen maken, dan doen we dat. Je moet het niet erg vinden om niet veel te verdienen en flink wat uren te maken.’ Het feit dat het kantoor afgeluisterd wordt door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, vindt hij zorgelijk. Anderzijds ziet hij het als een teken dat ze serieus genomen worden. ‘Als kantoor zijn we vast wel een pain in the ass, maar dat moet de staat wel kunnen hebben.’
    Eikelboom is na optredens in verschillende landelijke media een bekende asieladvocaat. Hij ziet het als een bijeffect van het feit dat ‘zijn’ onderwerp veel in de media komt. ‘Er wordt heel veel onzin verteld in de media. Cijfers van aantallen asielzoekers en de maatschappelijke gevolgen ervan: iedereen vult de feiten in naargelang zijn politieke mening, en dat klopt vaak helemaal niet. Ik vind het belangrijk om te debatteren op basis van de feiten.’ Zijn regelmatige mediaoptredens heeft hij ook te danken aan een constante stroom aan tweets, veel journalisten volgen hem. ‘Je begint met nul volgers. Ik heb nu een mooi aantal volgers, ook politici en bekende Nederlanders die zelf veel volgers hebben. Dus als ik word geretweet heb ik al gauw een bereik van tienduizenden mensen. Ik twitter tussen verschillende taken door. Dat kan best een keer of tien per dag en kost niet meer tijd dan iemand anders aan een koffiepauze besteedt. Op een gegeven moment weet je wel ongeveer wat er aanslaat en wat niet. Daarmee heb je een eigen kanaal en dat werkt beter dan een persbericht op je website. Lezers van websites als GeenStijl zijn geen fan van me, maar als je een beetje gericht “blockt”, ben je vrij snel van dat gescheld af.’
    Op een bankje aan de Amstel vertelt hij over het nest waar hij uit komt, wat zeker een inspiratiebron vormt voor zijn werk. Zijn vader was een politiek betrokken dominee, hij werd al jong door zijn ouders meegenomen naar antikernwapendemonstraties. ‘Net als mijn vader leg ik een geschreven tekst uit in het kader van een actuele situatie. We passen de letter toe op de realiteit. Ik probeer dan de meest gunstige interpretatie te vinden voor mijn cliënt.’

 

Wie is Wil Eikelboom?

Maandelijks haalt het Advocatenblad een frisse neus met een advocaat om al wandelend te praten over werk en leven. Dit keer: Wil Eikelboom (1976).

Download artikel als PDF

Advertentie