Waar eindigt de zorgplicht van de werkgever op grond van artikel 7:658 BW en begint de eigen verantwoordelijkheid van de werknemer?
Auteur: Dineke van Dal1
De werkgever is op grond van artikel 7:658 BW verplicht zodanige maatregelen te treffen als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Als een werknemer toch schade lijdt, is de werkgever daarvoor aansprakelijk, tenzij deze aantoont dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan of de schade in belangrijke mate het gevolg is van de opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Met name voor die gevallen waarin de werknemer zelf het voorkomen van schade in de hand heeft, is het van belang te onderzoeken hoe ver de zorgplicht van de werkgever reikt en wanneer de eigen verantwoordelijkheid van de werknemer in beeld komt.
De aansprakelijkheid van de werkgever betreft geen risicoaansprakelijkheid, maar berust op een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de zorgplicht. Dit betekent dat als de werkgever kan aantonen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan, hij niet aansprakelijk is (ook al is de schade niet te wijten aan opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer). De omvang van de op de werkgever rustende zorgplicht wordt allereerst bepaald door de wet- en regelgeving op het terrein van de arbeidsomstandigheden. Deze zorgplicht gaat echter verder. Het antwoord op de vraag welke concrete maatregelen van een werkgever kunnen worden gevergd, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de werkzaamheden, de kans dat zich een ongeval zal voordoen, de ernst die de gevolgen van een ongeval kunnen hebben en de mate van de bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen, zie recentelijk nog HR 5 december 2014, JAR 2015, 14 (Pelowski/Vernooy en BTS).
Uit bestendige rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat aan de door de werkgever te betrachten zorgvuldigheid hoge eisen worden gesteld. Daarbij geldt onder andere dat de werkgever de te nemen veiligheidsmaatregelen moet afstemmen op het voorzienbare gedrag van een werknemer. Een werkgever moet er zelfs rekening mee houden dat werknemers weleens nalaten de voorzichtigheid in acht te nemen die ter voorkoming van ongelukken geraden is. Op deze onvoorzichtigheid, bijvoorbeeld als gevolg van routine, nonchalance of onoplettendheid van de werknemer, moet tot op zekere hoogte worden geanticipeerd, bijvoorbeeld door toezicht te houden op de daadwerkelijke naleving van veiligheidsinstructies. Onbegrensd is de zorgplicht van de werkgever echter niet.
HR 14 juni 2011, JAR 2011, 192 (Dombrowski/Hulsing-Huppermans) laat goed zien waar de zorgplicht van de werkgever eindigt en de eigen verantwoordelijkheid van de werknemer begint. Wat was hier aan de hand: Dombrowski zakt bij de uitvoering van de werkzaamheden door een dak en maakt een val van acht meter met ernstig letsel tot gevolg. Tijdens zijn val draagt Dombrowski geen beveiligingsmiddelen zoals gordels of vallijnen. Het hof stelt na bewijslevering vast dat op het dak dakladders bevestigd waren, veiligheidsgordels voorhanden waren, de werkgever voldoende instructies had gegeven en de werkgever niet tekort was geschoten in het toezicht op de naleving van die instructies. Daarmee heeft de werkgever aangetoond dat hij aan zijn zorgverplichting heeft voldaan, aldus het hof. Van de werkgever kon volgens het hof niet worden verwacht dagelijks en voortdurend bij het uit te voeren werk aanwezig te zijn. De Hoge Raad laat dit oordeel in stand. In gevallen als deze is het derhalve de eigen verantwoordelijkheid van de werknemer om de gegeven veiligheidsinstructies daadwerkelijk toe te passen. Als een werknemer de door de werkgever redelijkerwijs te treffen en ook daadwerkelijk getroffen veiligheidsmaatregelen negeert en daardoor schade lijdt, kan deze schade niet op de werkgever worden afgewenteld.
Het systeem van artikel 7:658 BW biedt een werkgever weinig ruimte om ter ontkoming aan aansprakelijkheid te wijzen op de eigen verantwoordelijkheid van de werknemer. Uit het voorgaande blijkt echter dat, hoewel de zorgplicht een hoog veiligheidsniveau vergt, een werknemer niet geheel zorgeloos kan omgaan met risico’s in het werk.
Voetnoten
1 Dineke van Dal is kennismanager bij Van Iersel Luchtman Advocaten N.V. in ’s-Hertogenbosch.