Per 1 januari 2016 zal digitaal procederen nog niet verplicht zijn; het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) wordt vermoedelijk medio volgend jaar ingevoerd. Wat is nu al bekend over het digitaal communiceren met De Rechtspraak? Bij een bijeenkomst die de Nederlandse orde van advocaten vorige week organiseerde werd de laatste stand van zaken gepresenteerd.
Er zijn straks twee mogelijkheden voor digitale interactie met De Rechtspraak: via Mijn Zaak of via het Aansluitpunt. ‘De keuze voor Mijn Zaak of het Aansluitpunt hangt vooral af van hoeveel een kantoor procedeert,’ vatte waarnemend deken Bart van Tongeren samen tijdens de bijeenkomst. Het Aansluitpunt is een zogeheten ‘system2system’ koppeling tussen de Rechtspraak en het advocatenkantoor. Met het Aansluitpunt kunnen advocaten via hun eigen systemen dossiers uploaden en is er een geautomatiseerde gegevensuitwisseling. Het Aansluitpunt vraagt wel een investering vooraf, maar is niet verplicht.
Het Aansluitpunt is te gebruiken in plaats van of naast Mijn Zaak (de uiteindelijke naam is waarschijnlijk ‘Mijn Rechtspraak’). Het basiskanaal Mijn Zaak is een webportaal en bedoeld als communicatiemiddel met de Rechtspraak; niet als werkomgeving. ‘Daar kwam de feedback die advocaat Seth Paul in de pilot gaf ook vandaan,’ zegt Tanja Dompeling van de Rechtspraak na afloop tegen het Advocatenblad over het artikel ‘Digitaal KEI-dossier gaat ten koste van cliënt‘. ‘Advocaten die via Mijn Zaak werken, moeten de dossier zelf downloaden op hun eigen computer. Het is bijvoorbeeld niet bedoeld om in te werken tijdens de zitting.’ KEI-directeur Dick van Steenbeek voegt daaraan toe: ‘En om het risico van meelezen op de publieke tribunes tegen te gaan, stellen we folie beschikbaar, die over het scherm geplakt kan worden.’
De Rechtspraak liet tijdens de bijeenkomst weten dat na ontwikkeling van het koppelvlak alle partijen kunnen testen of hun software ‘compliant’ is. Tijdens het ontwikkeltraject test de Rechtspraak ‘uit het oogpunt van werkbaarheid’ het Aansluitpunt slechts met een of twee partijen. Daarom hoopt de Rechtspraak dat de softwareleveranciers zich willen verenigen, net zoals een aantal grote kantoren hebben gedaan in ‘Silex’. In dit samenwerkingsverband zullen IT-managers van onder meer De Brauw, NautaDutilh, Stibbe, Houthoff Buruma en CMS ‘de behoeften van advocatenkantoren expliciteren en de requirements neerleggen’. De software ontwikkeling ligt wat Silex betreft in de markt, maar het consortium is wel bereid ontwikkelkosten te dragen. ‘Na realisatie van tools kunnen andere kantoren daarvan mee profiteren,’ legt de woordvoerder uit. ‘Silex heeft geen winstoogmerk.’ Softwareleveranciers zijn nog niet een dergelijke samenwerking aangegaan.
Nathalie Gloudemans-Voogd